Matthijn Buwalda - Nog Één rivier
Autoscroll
1 Column
Text size
Transpose 0
Capo: 4
Tuning: E A D G B E
Capo: 4e fred
[Intro]
Am Am Am Am
AmWij zijDmn een volk met een besteAmmming,
Maar Fal jaren ondAmerweg.
AmWe begonnen oDmoit als slaven,
ToFen kwam God en deed ons rechAmt.
AmDe bevrijding was spektAmakel,
AmNa tien plageFn pas groen lAmicht.
Onze voeten in de zaDmndzee,
FEn de zon in oCns gezAmicht.
[Refrein]
AmNog een riCvier,
Cnog een rivieAmr,
Amnog een rivieDmr,
GDan zijn we thuAmis.
AmToen we bij de oever kwaAmmen,
AmWachtte ons geeFn groot ontAmhaal.
AmWe dachten net: DmWe zijn er bijnFa,
FMaar God zei: Nog niet heleAmmaal.
AmDus wij weer terug die woestijAmn in,
AmOm te sterven Fin het zAmand.
AmEn om kindDmeren te krijgFen,
FKind'ren voor de overkaAmnt.
[Refrein]
AmNog een riviCer,
Cnog een rivieAmr,
Amnog een riviDmer,
GEn dan zijn we Amthuis.
AmVeertig jaar moesten we lAmopen,
Am't was een levFenslange tocAmht.
AmOnze straf vDmoor alle ruzie die,
FWe met God hadden geAmzocht.
AmEn toen alles terugbetaaltAm was,
FGing het water aan de Amkant,
AmWas het tijdDm om thuis te komen,
FIn het onbekende lAmand.
Am C Am Dm G
AmIk ben een manC met een besteFmming,
FMaar al jaren onderweAmg.
DmOm me heen lFopen de mensen,
CAan wie ik mij heb geAmhecht.
AmMijn woesDmtijn kent strokAmen asfalt,
AmNeon-lichtFen en vertAmier.
AmKijk ons Dmleven of we God zijn,
FTot we staan voor de riAmvier.
AmWant elDmke stap die brenAmgt ons dichter,
FBij de grote oversAmteek.
AmIedereenDm gaat als heFt tijd is,
FIedereen moet hier Amdoorheen.
AmEn bij elk afscheid op de oeveAmr,
FLoop ik met wie blijvenAm terug,
AmMet de tranen iDmn mijn ogeFn,
FMaar de hoop steeds in miAmjn rug,
Want ikAm weet,
[Refrein 4x]
AmNog een rivier,C
Cnog een rivier, Am
Amnog een rivierDm,
GEn dan ben ik thuAmis,
dan ben ikAm thuis.
dGan benAm ik thGuis.