Matthijn Buwalda - Nog Één rivier
Autoscroll
1 Column
Text size
Transpose 0
Strumming
Capo: 4
Tuning: E A D G B E
Nog één rivier - Matthijn Buwalda
capo: 4
tempo: 87
[Verse 1]
AmWij zijn een volk met een bestemming,
Maar al Fjaren onderAmweg.
We beDmgonnen ooit als slaven, F
En toen kwam GGod en deed ons Amrecht.
AmDe bevrijding was spektakel,
Na Ftien plagen pas groen Amlicht.
Onze Dmvoeten in de zandzee, F
En de Gzon in ons geAmzicht.
[Chorus]
Nog een Crivier, nog een riAmvier, nog een riDmvier,
GEn dan zijn we Amthuis.
[Verse 2]
AmToen we bij de oever kwamen,
Wachtte Fons geen groot onAmthaal.
We dachten Dmnet: We zijn er bijna, F
Maar God zei: GNog niet heleAmmaal.
AmDus wij weer terug die woestijn in,
Om te Fsterven in het Amzand.
En om Dmkinderen te krijgen, F
Kind'ren Gvoor de overAmkant.
[Chorus]
Nog een Crivier, nog een riAmvier, nog een riDmvier,
GEn dan zijn we Amthuis.
[Verse 3]
AmVeertig jaar moesten we lopen,
't was een Flevenslange Amtocht.
Onze Dmstraf voor alle ruzie die, F
We met GGod hadden geAmzocht.
AmEn toen alles terugbetaalt was,
Gingen het Fwater aan de Amkant,
Was er Dmtijd om thuis te komen, F
In het Gonbekende Amland.
[Musical interlude]
C Am Dm G Am x2
[Verse 4]
AmIk ben een man een bestemming,
En al jFaren onderAmweg.
Om me Dmheen lopen de mensen, F
Aan wie Gik mij heb geAmhecht.
AmMijn woestijn kent stroken asfalt,
Neon-lFichten en verAmtier.
Kijk ons lDmeven of we God zijn, F
Tot we Gstaan voor de riAmvier.
[Verse 5]
AmWant elke stap die brengt ons dichter,
Bij de Fgrote oversAmteek.
IedeDmreen gaat als het tijd is, F
IederGeen moet hier dooAmrheen.
AmEn bij elk afscheid op de oever,
Loop ik Fmet wie blijven Amterug,
Met de Dmtranen in mijn ogen, F
Maar de Ghoop steeds in mijn Amrug,
AmWant ik weet,
[Chorus]
Nog een Crivier, nog een riAmvier, nog een riDmvier,
GEn dan ben ik tAmhuis, dan ben ik thuis.
Nog een Crivier, nog een riAmvier, nog een riDmvier,
GEn dan ben ik tAmhuis, dan ben ik thuis.
Nog een Crivier, nog een riAmvier, nog een riDmvier,
GEn dan ben ik tAmhuis, dan ben ik thuis.
Nog een Crivier, nog een riAmvier, nog een riDmvier,
GEn dan ben ik tAmhuis, dan ben ik thuis.
Dan Emben ik Amthuis.