Willem Vermandere - Fredo en marcello

Ze ^Gwaren nog maar ^Cjuist op de ^Gwereld ^G 't wierd ^Goorlog en ^Darmoed'in 't ^Gland. ^G Ze ^Cwaren nie stijf welge^Gkomen en ze ^Dgroeid'n op een beetje aan de ^Ckant (aan de ^Dkant), ^DFredo en Mar^Ccel^Glo. ^{G D D7 Cm7 D7 G G}

En ze ^Ggroeiden op ^Ctussen de ^Greste ^G en te ^Gvoete naar ^Dschole door weer en door ^Gwind; ^G Maar ze ^Cwaren daar nie stijf wel^Ggekomen, want om te ^Dleren waren ze een beetje ^Cblind (een beetje ^Dblind) ^DFredo en Mar^Ccel^Glo ^{G D D7 Cm7 D7 G G}

Met ver^Gstand ^Cwaren ze niet ge^Gboren ^G en voor ’t ^Gwerk bij den boer geen ^Dbeetje be^Gnul; ^G en ze ^Cwaren d'r ook nie stijf welge^Gkomen, maar och ^DHere, geld was flauwe ^Ckul (flauwe ^Dkul) voor ^DFredo en Mar^Ccel^Glo. ^{G D D7 Cm7 D7 G G}

Zonder ^Ggeld ^Cgingen ze toch ^Gvrijen, ^G elk een ^Gmeisje en nog ^Dredelijk ^Gsnel; ^G maar ze ^Cwaren daar nie stijf welge^Gkomen, ga maar ^Dvoort, ons dochter is te ^Cwel (veel te ^Dwel) voor ^DFredo en Mar^Ccel^Glo. ^{G D D7 Cm7 D7 G G}

En ze ^Gdronken zes ^Cdagen in de ^Gweke ^G en de^G zevensten^D dag was voor ’t^G werk; ^G maar ze ^Cwaren nergens welge^Gkomen, want de^D stank was voor iedereen te^C sterk (veel te^D sterk) Van ^DFredo en Mar^Ccel^Glo. ^{G D D7 Cm7 D7 G G}

Arm in^G arm, ze t^C'joolden door 't^G leven ^G en kre^Gveerden te ^Dgare in de ^Ggracht; ^G 't was er^C eindelijk toch van g^Gekomen: heel 't ^Ddorp had dat toch ver^Cwacht (ja ja, ver^Dwacht) voor ^DFredo en Mar^Ccel^Glo. ^{G D D7 Cm7 D7 G G}

En ze^G kwamen te^C gare in den^G hemel, ^G bij ons ^GHere in zijn ^Dgroot para^Gdijs; ^G "Je zijt alle^Ctwee stijf welge^Gkomen, je ^Dziet: ’t is hier al dezelfde ^Cprijs (dezelfde ^Dprijs) voor ^DFredo en Mar^G/Dcel-^D7lo. ^{G C D7 G}