Willeke Alberti - Zeilen op de wind van vandaag

Toen je d^Cacht "Ik word gedr^Cagen", moest je sj^Couwen. ^C Toen je d^Cacht " 't Is even sl^Cikken", moest je k^Dmauwen. ^G Toen je d^Dmacht "Ik wil wel s^Dmtoppen", juist beg^Ginnen. ^G En net t^Dmoen je naar b^Guiten wou, naar b^Cinnen. ^C Toen je d^Cacht " 't Is me tev^Ceel", toen werd het m^Cinder. ^C Toen je d^Cacht "Ik ben een r^Cups", bleek je een vl^Finder. ^F Toen je d^Facht dat je iets ^Fmwon, heb je verl^Coren. ^C En toen je d^Dmacht "Nou ga ik d^Good", werd je geb^Coren. ^C

Je moet z^Ceilen op de w^Cind van vanda^Cag. ^C De wind van g^Cisteren - h^Celpt je niet v^Dmooruit. ^G De wind van m^Gorgen blijft missch^Gien wel ^D7uit. ^G Je moet ze^Gilen op de w^Gind van vand^Caag. ^C

Toen je d^Cacht "Nou wordt het b^Ceter", werd het sl^Cechter. ^C Toen je d^Cacht "Ik geef het ^Cop", bleek je een v^Dmechter. ^G En toen je d^Dmacht een real^Dmist te zijn, een dr^Gomer. ^G Toen je d^Dmacht "Nou wordt het w^Ginter", werd het z^Comer. ^C Toen je d^Cacht "Het wordt gebr^Cacht", moest je het h^Calen. ^C En toen je d^Cacht "Ik krijg iets ter^Cug", moest je bet^Falen. ^F Toen je d^Facht "Ik sta all^Fmeen", toen kon je sch^Cuilen. ^C Toen je d^Dmacht " 't Is om te l^Gachen", moest je h^Cuilen. ^C

Je moet z^Ceilen op de w^Cind van vanda^Cag. ^C De wind van g^Cisteren - h^Celpt je niet v^Dmooruit. ^G De wind van m^Gorgen blijft missch^Gien wel ^D7uit. ^G Je moet ze^Gilen op de w^Gind van vand^Caag. ^C

Je moet z^Ceilen op de w^Cind van vanda^Cag. ^C De wind van g^Cisteren - h^Celpt je niet v^Dmooruit. ^G De wind van m^Gorgen blijft missch^Gien wel ^D7uit. ^G Je moet ze^Gilen op de w^Gind van vand^Caag. ^G#

Je moet z^C#eilen op de w^C#ind van vand^C#aag. ^C# De wind van g^C#isteren - h^C#elpt je niet v^D#mooruit. ^G# De wind van m^G#orgen blijft missch^G#ien wel ^D#7uit. ^G# Je moet z^G#eilen op de w^G#ind van vand^C#aag. ^C#