Willeke Alberti - Telkens weer

^CmTelkens we^Fmer haal i^A#k mij in mijn ho^D#ofd Dat ik d^G#ie hemel k^C#rijg die mij w^Gmordt bel^Goofd ^CmTelkens ^Fmweer wordt alle bl^A#auw weer grau^D#w S^G#ta ik teleurges^Dmteld buiten ^Gin de kou Maar te^Clkens w^Feer denk ^Bmik, er ko^Emt er e^Amen Waar ik all^Dmeen voor ^Emleef ^FMijn hart aan gee^Gf ^CBij wie ik vi^Fndt dat wat ik n^Bu ont^Ebe^Amer Liefde voor ^Dmaltijd^Em, telkens w^Aeer

^CmTelkens w^Fmeer slaat wat er ^A#vroeger was^D# Weer a^G#ls een vlam o^Dmhoog uit de o^Gude as Telk^Cmens w^Fmeer alsof het no^A#oit genee^D#st Blijft er die ^G#pijn best^Dmaan om w^Gat is geweest Maar tel^Ckens we^Fer denk ik, er k^Eomt er ee^An ^AmWaar ik a^Dmlleen voor le^Emef ^FMijn hart aan g^Geef B^C#ij w^Cie ik ^Fvind dat wa^Et ik nu ontb^Ameer Liefde voor a^Dmltijd, ^Emtelkens w^Aeer

Maar t^Celkens ^Fweer denk i^Ek, er ^Amkomt er een Waar ik ^Dmalleen voor ^Emleef Mijn ha^Frt aan g^Geef B^Cij wie ik ^Fvind dat ^Dwat ik nu^E ontb^Ameer Liefde voor alt^Dmijd^Em, telkens we^Aer