Willeke Alberti - Mijn dagboek

^CIk zit alleen op m'n kamertje, voor ^Amme ligt m’n dagboek, 'n Boekje ^Fvol met herinneringen, sommige zijn heel ^Gfijn N.C. C maar andere zijn heel verdrietig.

Ons ^Ckleine verhaal dat be^Amgon zo goed Ik ^Fhad je die maandag voor 't ^Geerst ontmoet ^CToen was er nog blijdschap in ^Fovervloed Dat ^Cstaat in mijn dagboek te ^D7lezen ^G

Je ^Cgaf me op woensdag de ^Ameerste zoen Ik ^Fzei heel beslist heus, dat ^Gmag je niet doen Maar 'k ^Cwou hem niet missen, voor ^Fgeen miljoen Dat ^Cstaat in mijn dagboek te ^Gle^Czen

Waar^Fom, ach waarom bleef niet ^Calles bestaan Waar^Gom moesten wij ^Cuit elkander gaan Waar^Fom, ach waarom is nu ^Calles voorbij Wat zo ^Gmooi was voor jou en voor ^Cmij^{Am Dm G Db Bbm Gb Ab}

Om^Cdat je op zondag bij ^Amons zou zijn Kreeg ^Fik van m'n moeder een ^Gjurk van satijn Ze ^Cwilde ook graag dat ik ^Fmooi zou zijn Dat ^Cstaat in mijn dagboek te ^D7le-^Gzen

Maar ^Cvrijdags daarvoor kreeg ik ^Amwoorden met jou En ^Fdaarover kreeg ik te ^Glaat berouw Om^Cdat ik de minste niet ^Fwezen wou Dat ^Cstaat in mijn dagboek te ^Gle^Czen

Waar^Fom, ach waarom bleef niet ^Calles bestaan Waar^Gom moesten wij ^Cuit elkander gaan ^FWaarom, ach waarom is nu ^Calles voorbij Wat zo ^Gmooi was voor jou en voor ^Cmij, wat zo ^Gmooi was voor jou en voor ^Cmij ^{F C}