Urbanus - Pajottenland

^FDe lucht is hier nog ^Bbhelder en de ^Ctarwe is ^Fgoudgeel ^FKapellekes en ^Bbwilgebomen ^Cstaan er ook nog ^Fveel ^FMaar de chemicaliën^Bb knarsen me ^Ctussen de ^Ftanden ^FZe werken hier ook ^Bbliever met ^Cvergif dan met h^Fun handen

^BbDe preitjes zien er ^Clekker uit,^Bb de aardbeien zijn^F vers ^FEr staat een flinke^C blos op elke ^Bbappel, elke ^Fkers ^BbDe minister van de ^Cvolksvergift^Bbiging heeft d'^Fer net, officiëel, zijn ^Cgoedkeurende s^Bbtempel ^Fopgezet

^BbJuist daarom ben ik ^Cbegonnen bio^Bblogisch te ^Ftuinieren ^Fen leef ik nu in vrede met de sc^Bbhadelijke di^Feren ^BbHet zo verwenste ^Conkruid is ^Bbm'n bond^Fgenoot Ik eet alleen maar ^Cbloemetjes en zelfgebakken ^Fbrood

^BbIk ben ne pajottelan^Cdersman en ik ^Bbzing zoveel ik ^Fkan over mijn ^Bbheimatje met schoonheid o^Cverl^Faden ^BbVooral de sterke ^Cstoere ^BbBrabantse t^Frekmeisjes zijn ^Bbin geen geval ^Cte v^Fersmaden

^FDe Vraatzuchtige ^Bbwegenleggers ^Chebben ons te ^Fpakken ^FZe staan paraat om ^Bbonze laatste ^Cbosjes om te ^Fhakken ^FWelke domme k^Bbinkel heeft daar ^Cooit om ^Fgevraagd, ^Fdat men onze ^Bbkoeitjes uit de ^Cgroene weiden ^Fjaagt, ^Bbom er de z^Coveelste auto^Bbstrade te gaan ^Fleggen ^FWat gaat ons ^Cmoeder van die ^Bbstouteriken ^Fzeggen? ^FWaar moeten^Bb onze ^Cgeiten en de ^Bbschapekes nog ^Fgrazen? ^FWaarom wordt z'n^C baantje nooit de ^Bblucht eens in ^Fgeblazen?

^BbJa, zeer geachte^C heren van de^Bb wegen^Fbouw ^FHou jullie hachje in de ^Bbgate^Fn De^Bb simpele boeren^Cjongens zijn te^Bb goeder ^Ftrouw, ^Fmaar ze beginnen jullie toch te^C h^Faten

^BbIk ben ne pajottela^Cndersman en ik ^Bbzing zoveel ik ^Fkan over mijn ^Bbheimatje met schoonheid ^Coverl^Faden ^BbVooral de sterke ^Cstoere B^Bbrabantse t^Frekmeisjes zijn ^Bbin geen geval te ^Cvers^Fmaden

^BbIk ben ne pajottela^Cndersman en ik ^Bbzing zoveel ik ^Fkan over mijn ^Bbheimatje met schoonheid ^Coverl^Faden ^BbVooral de sterke ^Cstoere B^Bbrabantse t^Frekmeisjes zijn ^Bbin geen geval te ^Cvers^Fmaden