Autoscroll
1 Column 
Text size
Transpose 0
Refrein:
Nee, ik Chou niet van madammen met een bontjas Madammen met een bontjas zijn geGmeen
'k Moet niets hebben van madammen met een bontjas
Tegen madammen met een bontjas zeg ik Cneen Vers 1: CIk denk dat ik het jullie nu wel kan verGtellen 'k Ga een zaak beginnen in madammenCvellen 'k Ga ze vangen op Avenue LouGise Op banketten, paardenrennen en deftige reCcepties In de Saturday Night Fever Gpub Bij de Rotary en de LionsCclub Met mijn Fgrote muizeval en mijn Gflesje vol vergif Vang ik er zoveel als ik maar Cwif (da's om te rijmen)
Vers 2: Hunne rug en hunne buik, die naai ik aan elkaar Daarvan maak ik een luchtmatras of een vliegende sigaar Van hun tenen maak ik champagneflessenstopsels En een sterk insecticide van het vel onder hun oksels Van hun tepels maak ik pleisterkes om fietsbanden te plakken En de wallen onder hun ogen worden blauwe vuilniszakken En hun venusheuvels raak ik ook wel kwijt Daarvan maak ik een heel groot smirna tapijt Vers 3: Van hun neus maak ik een stopcontact of een arbiterfluitje Van hun lippen elastiekskes om geleipotten te sluiten En zo maak ik van alles, in echt madammenleer Mijn winkeltje zal draaien, mijn financies nog veel meer En als ik eenmaal rijk ben, dan kan ik ze bestellen Mijn twee heel dure mantels, in stekelvarkensvellen Een voor meneer Urbanus en een voor zijn madam Zo hebben we altijd plaats op de bus en op de tram