Toon Hermans - Lente me

Ik

N.C.

zing je, ik refrein je, ik sherry je, ik wijn je, ik

N.C.

speel je en ik vleugel je, ik Rembrandt en ik Brueghel je. Ik

N.C.

koffie en ik thee je, ik strand je en ik zee je, ik

N.C.

spel je en ik blader je, ik moeder en ik vader je.

Maar zou ik ^Gjou iets mogen vragen, ‘t gaat veel ^Emverder dan een zoen; zou ik ^Amjou zo graag wat vragen, zou je voor ^D7mij wat willen ^Gdoen?

^GLente me, ^Gzomer me, sep^G/Btember me en ^Amwinter me, want ik ^D7heb je onophoudelijk ^Glief. ^GMorgen me, ^Gmiddag me, ^G/Bavond me en ^Amnacht me, met ^Amandere woorden: “Blijf ^D7bij me, alsje^Gblieft”.

Ik zie in je ^Emogen weer de ^Em/Dbloemsem van de ^F#/C#appelboom, je ^Amzomers kan ik ^D7voelen op mijn ^Gwang. 'k Zie de ^Embladeren weer ^Em/Dvallen op onze ^F#/C#lieve droom, en de ^A7lichtjes van de Kerstmis weer zien be^D7wegen op het behang.

^GLente me, ^Gzomer me, sep^G/Btember me en ^Amwinter me, want ik heb je ^D7onophoudelijk ^Glief. ^GMorgen me, ^Gmiddag me, ^G/Bavond me en ^Amnacht me, met andere ^D7woorden: “Blijf bij me, alsje^Gblieft”. ^GLente me, ^Gzomer me, sep^Gtember me en ^Gwinter ^Gme. ^G