Toon Hermans - Jij hoort bij mij

Jij hoort bij ^Dmij^D als de to^B7rero's bij Es^Empagna en de ^A7rietjes bij de ^Bm7ranja, zo hoor ^E7jij, m'n schat, bij ^A7mij,^A7 zo hoor jij bij ^Dmij. ^A7Jij hoort bij ^Dmij ^Dzoals het ^B7toeten bij het ^Emblazen en het ge^A7donder bij de ^Bm7glazen, zo hoor ^E7jij, m'n schat, bij ^A7mij,^A7 zo hoor jij bij ^Dmij. ^D7

Daarom die ^Gtango^G, die zegt het zo defini^Dtief, ^{A7 D} daarom die ^Bm7tango^E7, die zegt toujours: ik heb je ^Alief. ^A7

Jij hoort bij ^Dmij^D zoals de ^B7berm hoort bij de ^Emzachte en de ^A7herdertjes bij ^Bm7nachte, zo hoor ^Ejij, m’n schat, bij ^A7mij,^A7 ja, zo hoor jij bij ^Dmij. ^{G Gm D} Jij hoort bij ^Dmij zoals het ^B7eitje bij een ^E7doppi^E7e, ik hoor bij ^A7jou zoals de ^A7Donau bij “Zo ^DBlauw”. ^D Jij hoort bij ^Dmij zoals het ^B7oortje bij een ^E7koppi^E7e en ^G#dim7net als jij bij ^D/Amij, m’n ^B7schat, net ^E7zo hoor ^A7ik bij ^Djou.

Jij hoort bij ^Dmij^D zoals de ^B7hodel bij de ^Embodel, de Ti^A7roler bij de ^Bm7jodel, zo hoor ^Ejij, m’n schat, bij ^A7mij,^A7 ja, zo hoor jij bij ^Dmij. ^D Jij hoort bij ^Dmij zoals het ^B7nemen bij het ^Emgeven en “^A#dim7lang-zal-ie” hoort bij ^Bm7“leve”, zo hoor ^E7jij, m'n schat, bij ^A7mij,^A7 ja, zo hoor jij bij ^Dmij. ^D7

Daarom die ^Gtango^G, die zegt het zo defini^Dtief, ^{A7 D} daarom die ^Bm7tango^E7, die zegt toujours: ik heb je ^Alief. ^A7

Jij hoort bij ^Dmij^D zoals Pa^B7rijs hoort bij de ^EmSeine en Mar^A7lène bij d’r ^Bm7bène, zo hoor ^Ejij, m’n schat, bij ^A7mij,^A7 ja, zo hoor jij bij ^Dmij. ^{G Gm D}

Ik zou zo ^Dgraag een keer iets ^B7van de liefde ^Eschrijven, geen “Stenen ^A7Bruidsbed” maar een hemelbed van ^Dblauw; maar, ach, ik ^Dzou waarschijnlijk ^B7te eenzijdig ^Eblijven, want als ik aan de ^Dliefde ^B7denk zie ^Eik al^Aleen maar ^Djou. ^{G Gm D A}