Toon Hermans - Ik ben iemand van een kleine stad

'k Hou van Pa^Crijs en ik hou van ^G7Londen, in The ^Dm7Plaza in New ^G7York lag ik in ^Cbad; San Fran^Gm7cisco heb ik ^C7altijd mooi ge^Fvonden, ^Fm maar ik ben ^Ciemand ^Am7van een ^Dm7klei^G7ne ^Cstad.

In Central ^Dm7Park, daar voel ik mij to^G7taal ver^Cloren, en als ik in ^Dm7Wenen bij de ^G7Stefanstoren ^Csta zie ik op^Dm7eens een stille ^G7landweg door het ^Ckoren ^G/B of zo'n ^Am7grandioze ^D7abrikozen^Gsus4vla. ^G7 Ik heb in ^CAmsterdam een ^G/Fboel applaus ge^Chad, ^A7 maar ik ben ^Dm7iemand van een ^G7kleine ^Cstad.

'k Hou van Pa^Crijs en ik hou van ^G7Londen, in The ^Dm7Plaza in New ^G7York lag ik in ^Cbad; San Fran^Gm7cisco heb ik ^C7altijd mooi ge^Fvonden, ^Fm maar ik ben ^Ciemand ^Am7van een ^Dm7klei^G7ne ^Cstad.

Ik lig in ge^Dm7dachten op de ^G7heuvel bij de ^Cspoordijk, waar ik als ^Dm7kind haast elke ^G7woensdagmiddag ^Clag; ik zie nog de ^Dm7witte pluimen ^G7van de grijze ^Ctreinen ^G/B en die ^Am7ene conducteur die altijd ^D7wuifde als die me ^Gsus4zag. ^G7 'k Heb in ^CAmsterdam een ^G/Fboel applaus ge^Chad, ^A7 maar ik ben ^Dm7iemand van een ^G7kleine ^Cstad.

Dag ^E7Jean, dag Jules, dag ^Am7Charel, dag Robert, Fran^D7cien, Jacqueline, ah, bon^Dm7jour mevrouw Bon^G7frère, 'k Heb in ^CAmsterdam een ^G/Fboel applaus ge^Chad, ^A7 maar ik ben ^Dm7iemand van een ^G7kleine ^Cstad.

'k Hou van Pa^Crijs en ik hou van ^G7Londen, in The ^Dm7Plaza in New ^G7York lag ik in ^Cbad; San Fran^Gm7cisco heb ik ^C7altijd mooi ge^Fvonden, ^Fm maar ik ben ^Ciemand ^Am7van een ^Dm7klei^G7ne ^Cstad, maar ik ben ^Ciemand ^Am7van een ^Dm7klei^G7ne ^Cstad, een ^Clieve stad, een ^Clieve stad, een ^Clieve stad, ..^C.