Toon Hermans - Cest lamour

^BbLiefde, liefde, ^Bbliehiehiehiehiehiehhiehiehiehiehiehiehiehiehiehiehiehie. ^BbLiefde is overal, me^Bbvrouw, in het diepste ^Bbdal, me^G7vrouw, is ^Cmlief^F7de. ^CmKijk, de kuikens en de ^F7kloek en de ^Cmhondjes op de ^F7hoek, mevrouw, 't is ^Bbliefde. ^FmMensen vrijen, dieren vrijen, ^Fmvogels, ^Evissen, ^Ebplanten, ^Gmhele kleine sprotjes en ri^Gbdim7ante oli^Ffanten.

^BbLiefde, liehiehiehiehiehiehiefde is over^Bbal, mevrouw, ^Bbin i-hihihihihihihin in het diepste dal, mevrouw, they fall in ^Eblove, they fall in love, de ^Ebmpapegaai, de ^Bb/Dpoes, de krekel ^Dbdim7en de kraai, they ^Cm7fall in love, in ^F7love like you and ^BbI.

^BbJa, mensen, ik had het straks, over ‘embrasser’, ‘omhelzen’. ^BbKijk eens naar de dieren, daar kunnen wij nog wat van leren. ^BbDe vliegen doen het onder het vliegen. Ga d’r maar an staan.

Ze ^Bbdoen het alle^Bbmaj7maal, mevrouw, de ^Bb7mus, de merel ^Bb6en de pauw, Bb+5 Bb Cm7 F7 Cm F7 de slak, de kakkerlakken en de vlo. De ^Cmrooie kater ^Cmmaj7op het dak denkt: ^Cm7o, als ik dat ^F7poesie pak, da’s ^F7kennelijk liefdewerk op hoog ni^Bbveau. De ^Bb7ganzen en kalkoenen staan te ^Ebzoenen in de wei, de ^C7opgewonden hennen zijn er ^F7als de kippen bij.

^Ebsus4C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’amour, ik ^Bbhoor de kippen ^F7zeggen: ik ^F7voel me zo alleen, Sofie, kom ^F7effe bij me ^Bbleggen. ^Bb C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’amour, Bb Bb+5 Eb Eb C7/E Bb/D F7 Bb F7 Bb de geiten en de bokken en vrijwel alle hanen zie je met de kippen hokken.

N.C.

Wat zing ik nou ineens?

N.C.

Met de kippenhokken. De hanen met de kippenhokken.

N.C.

O, ik dacht aan het etablissement. EN ZO VERDER.

N.C.

APPLAUS EN ZO VERDER

N.C.

... een zwart zigeunertje. GELACH

En ^Bbwist u dat de ^Bbmaj7bladeren el^Bb7kaar intiem be^Bb6naderen, Bb+5 Bb F7 de stengels en de halmen van het gras, en ^Cmook diezelfde ^Cmmaj7pomme de terre heeft ^Cm7ondergronds een ^Cm6love affair, ja, ^Cm7zelfs de pisse^F7bedden bij de ^Bbplas. En wat ^Bb7dacht u van olijven, olijven, olijven, olijven, ik hoor ze ^Bb7fluisteren, heel na^Ebïef, o^C7lijf, o, lijf, o, ^C7heerlijk lijf, oh ^C7lijf, ik heb je ^F7lief

^Ebsus4C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’amour, ik ^Bbheb het steeds ge^F7weten: de ^F7prei, de spruit, ze zien er^F7uit gewoon om op te ^Bbvreten ^Bb C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’amour Bb Bb+5 Eb Eb C7/E Bb/D F7 Bb Ik ken twee ouwe iepen die voor hun trouw als man en vrouw al jaren samen sliepen.

^BbEn wat dacht je van ons, wat dacht je van de mensen. Als wij geen liefde hadden… Oh, ondenkbaar!

De ^Bbmiddenvoor, de ^Bbmaj7stukadoor, de ^Bb7vrouwen van het ^Bb6mannenkoor, ... [Parlando] ^BbDerde keer! De vrouwen van …. Wat ’s dat nou voor onzin! ^BbDe vrouwen van het mannenkoor. De vrouwen van … Ja, dat kan wel. ^BbDie zijn getrouwd met de mannen van het mannenkoor. ^BbJawel, het kan, het kan. Jawel, jawel.

De ^Bbmiddenvoor, de ^Bbmaj7stukadoor, de ^Bb7vrouwen van het ^Bb6mannenkoor, Bb-6 Bb F7 de brandweerman, de kok, de admiraal, de ^Cmdokter in zijn ^Cmmaj7witte kiel, is ^Cm7ook niet altijd ^Cm6zo steriel; ze ^Cm7lusten d’r wel ^F7pap van, alle^Bbmaal. En wat ^Bb7dacht je van de hemel, hoe die de liefde ^Ebviert en in de ^C7lente moeder aarde weer opnieuw ver^F7siert.

^Ebsus4C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’amour, ... voor ^Bbmensen, dieren, ^F7vissen, in ^F7twijfelaars of stationcars, je^F7 kunt mekaar niet^Bb missen; C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’amour, ... in ^Bbhonderdduizend ^Ebdingen, als m’n ^Ebvader ^Edim7niet met m’n ^Bb/Fmoeder ^Abhad ge^Gvrijd stond ^Cm7ik hier ^F7niet^Bb te zingen.

^Ebsus4C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’amour, it’s ^Bblove, it’s love, it’s ^F7Liebe, in ^F7Schin-op-Geul of weet ik veul, in ^F7Goes of in An^Bbtibes.

^Ebsus4C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’amour, it’s ^Bblove, it’s love, it’s ^F7Liebe, in ^F7Schin-op-Geul of weet ik veul, in ^F7Goes of in An^Bbtibes.

^Ebsus4C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’amour, it’s ^Bblove, it’s love, it’s ^F7Liebe, in ^F7Schin-op-Geul of weet ik veul, in ^F7Goes of in An^Bbtibes.

^Ebsus4C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’amour, it’s ^Bblove, it’s love, it’s ^F7Liebe, in ^F7Schin-op-Geul of weet ik veul, in ^F7Goes of in An^Bbtibes.

C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’a^F7mour, c’est l’a^F7mour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’a^Bbmour, C’est l’a^Bbmour, c’est l’amour, c’est l’amour, c’est l’a^F7mour, C’est l’a^F7mour , lalala ^Bb lalala, .^Bb.. ^F7 lalala, .^F7.. ^Bb