Toon Hermans - Café biljart

Ome ^FArie was ongeveer ^Dmtachtig, Ome ^FWillem was ook net zo^Dmiets; ze ^Gmvonden het leven nog ^Cprachtig, ze ^C7zaten nog recht op de ^Ffiets. Ze ^Fzagen elkaar alle ^Dmdagen in het ^Fdorp, in het kleine ca^Dmfé; ze ^Gmhielden van sarren en ^Cplagen als ze ^C7samen biljartten, die ^Ftwee. ^F

Café Bil^Fjart, café Bil^Amjart, klein stukje ^Fgroen voor het eenzame ^Chart; schuifje zegt: ^C7klik, balletje: ^C7tik, die ene ben ^C7jij en die ander ben ^Fik. ^{F F F}

't Was ^Fsteeds een sigaar en een ^Dmslokje, al ^Fhesen ze niet meer zo ^Dmsnel; ze ^Gmkeken niet eens op hun ^Cklokje, zo ^C7gingen ze op in hun ^Fspel. En ^Fboven het groen van het ^Dmlaken, daar ^Fleken ze jonger, zo^Dmwaar; ze pro^Gmbeerden elkaar af te ^Cmaken, maar ze ^C7konden niet buiten me^Fkaar. ^F

Café Bil^Fjart, café Bil^Amjart, klein stukje ^Fgroen voor het eenzame ^Chart; schuifje zegt: ^C7klik, balletje: ^C7tik, die ene ben ^C7jij en die ander ben ^Fik. ^{F F F}

't Was ^Fkoud, 't was eind janu^Dmari, en ^FWillem stond al aan de ^Dmtap; toen ^Gmkwam iemand zeggen dat ^CArie niet kwam, ^C7eerst had het nog iets van een ^Fgrap. En ^FWillem, dat was een a^Dmparte, hij ^Fzei toen hij de boodschap ont^Dmving: "Al^Gmleen kan een mens niet bil^Cjarten ", hij ^C7zette zijn pet op en ^Fging. ^{F F F}

Café Bil^Fjart, café Bil^Amjart, klein stukje ^Fgroen voor het eenzame ^Chart; schuifje zegt: ^C7klik, balletje: ^C7tik, C7 (let ring) F F F F (let ring) die ene ben jij en die ander ben ik.