Sugarfree - Jongeman

D^Daar zie ik j^Ge st^Daan, j^Douw blik trekt m^Ge a^Dan: ^Duitdagend, z^Go c^Dool, ^D’t geeft mij een g^Goed gev^Doel. ^GIk wil je vr^Gagen: k^Gom met me m^Gee, laat ons g^Daan.^{D D D G}Voor altijd s^Gamen, ^Eergens ^Ehier ver vand^Aaan. ^{Bm7 Cm A}

Wat denk je d^Dan, j^Gongem^Dan, j^Gij die me krijgen k^Dan. ^DDans m^Get m^Dij, h^Geel de nacht aan m’n z^Dij. ^DZo v^Geel sf^Deer, ^G'k wil wel een beetje m^Deer. Jij l^Dacht, ^Gik bl^Doos, ^Coh, wat z^Gijn we cl^Dose.

^DJij neemt plots m^Gijn h^Dand, ^Dik voel een h^Gechte b^Dand. ^DDit verhaal is v^Goor alt^Dijd, ^Dik wil je n^Gooit meer, nooit meer kwijt, neen k^Dwijt. ^GIk wil je vr^Gagen: k^Gom met me m^Gee, laat ons g^Daan.^{D D D G}Voor altijd s^Gamen, ^Eergens ^Ehier ver vand^Aaan. ^{Bm7 Cm A}

Wat denk je d^Dan, j^Gongem^Dan, j^Gij die me krijgen k^Dan. ^DDans m^Get m^Dij, h^Geel de nacht aan m’n z^Dij. ^DZo v^Geel sf^Deer, ^G'k wil wel een beetje m^Deer. Jij l^Dacht, ^Gik bl^Doos, ^Coh, wat z^Gijn we cl^Dose.

N.C.

Hé jongeman. Oh, oh, oh, oh, oh.

N.C.

Hé jongeman. Oh, oh, oh, oh, oh.

N.C.

Hé jongeman. Oh, oh, oh, oh, oh.

N.C.

Hé jongeman. Oh, oh, oh, oh, oh. ^D‘k Wil^D je he^Dlemaal^D, mijn^D held,^D mijn ideaal, voor altijd samen met j^Aou.^{A A A A A A A}

Wat denk je d^Dan, j^Gongem^Dan, j^Gij die me krijgen k^Dan. ^DDans m^Get m^Dij, h^Geel de nacht aan m’n z^Dij. ^DZo v^Geel sf^Deer, ^G'k wil wel een beetje m^Deer. Jij l^Dacht, ^Gik bl^Doos, ^Coh, wat ^Gzijn we close.

Wat d^Denk j^Ge d^Dan (jongeman), j^Gij die me krijgen k^Dan (die me krijgen kan). ^DDans m^Get m^Dij (yeah), h^Geel de nacht aan m’n z^Dij (aan m’n zij). ^DZo v^Geel sf^Deer, ^G'k wil wel een beetje m^Deer (‘k wil wel een beetje meer). D G D C NC NC NC NC Jij lacht, ik bloos, heel de nacht zijn we close (oh ja)

h^Geel de nacht cl^Dose.