Stef Bos - De partij

Ik ben lid van een par^Etij, ^Adie partij is goed voor ^Emij^A, die partij heeft maar één ^Dlid ^Aen dat ene lid ben ik.^{E E} Ik ben lid van een ^Epartij, ^Adie partij die past bij ^Emij^A, als iets niet is zoals het ^Dhoort ^Avoegt zij de daden bij het ^Ewoor^Ed.

Ik hoor in feite nergens ^Dbij, ^Aalleen bij die partij van ^Emij, ^E ze zit niet in het parle^Dment, ^Aze is het liefste onbe^Ekend.^E Ze doet alleen wat ze be^Dlooft ^Aomdat ze ergens in ge^Elooft^E, ze is niet rood, ze is niet ^Dblauw, ^Aze blijft haar idealen ^Btr^Aouw^E. ^B

N.C.

Ik ben lid van een par^Etij, ^Adie partij is goed voor ^Emij^A, die partij heeft maar ^Déén lid ^Aen dat ene lid ben ik.^{E E} Als wij vergad'ren is het ^Ekort ^Aomdat er nooit bezuinigd ^Ewordt^A, alleen ons hart wordt uit^Dgestort, ^Adat is het enige ge^Ebod.^E

Ja, ik ben lid van een par^Etij ^Aen die partij die past bij ^Emij^E, als iets niet is zoals het ^Ehoort ^Avoegt zij de daden bij het ^Ewoord.^E

^{D A E}mm ^EEen partij. D A E E ^{D A E}mm ^EEen par - [Outro] tij. [Outro] ^{D A}Een ^Elid, dat ben ^Eik en die par^Dtij, lief^Aste, liefste, dat ben ^Ejij. ^E Ja, ik ben lid van een par^Dtij ^Aen die partij dat ben ^Ejij. ^E Ik ben lid van een par^Dtij. ^AJij bent mijn par^Bti^Dj.^{E B A D}

N.C.

Jij bent mijn partij. N.C.

N.C.

Liefste Jij bent mijn partij

N.C.

Jij, jij, jij, liefste, jij, jij, jij, jij, jij, jij, jij, jij, jij, jij; ^Ejij, jij, ^{E D A} Jij bent mijn partij^E. ^E Jij, ^Djij, jij, jij, jij, jij, jij; jij, ^Ajij bent mijn partij, ^{E E} Liefst, liefst, liefste, lief^Dste, liefste, ^Akom hier, jij bent m^Eijn partij,^E Kom bij mij. ^DKom bij mij ^Awant jij, jij, ^Ejij, jij, jij bent ^Emijn par^Dtij. ^{A E E} D A E E D A E E