Spring - Appelmoesblues

Ik ^Azal je eens vertellen Wat ^Aik het liefste eet Het ^Akleeft en is goudkleurig En het ^Aliefst eet ik het heet Waarvan ik ^Dhou is appelmoes Die fijne zoete ^Aspijs Al^Eleen nog maar die warme geur ^D Brengt mij al van de ^Awijs

Tsji ^Dboe Tsji ^Eboe Tsji ^Aboe di boe ^Ddoe De ^Dappelmoes De ^Eappelmoes^Ablues Tsji ^Dboe Tsji ^Eboe Tsji ^Aboe di boe ^Ddoe De ^Dappelmoes De ^Eappelmoes^Ablues

Je ^Aneemt een tiental appels En ^Asnijdt ze middendoor Je ^Ahakt ze dan in stukjes En je ^Amengt er suiker door Je zet de ^Dstoofpot op het vuur Brengt alles aan de ^Akook Het ^Ewater komt al in mijn mond ^D En bij jou zeker ^Aook

Tsji ^Dboe Tsji ^Eboe Tsji ^Aboe di boe ^Ddoe De ^Dappelmoes De ^Eappelmoes^Ablues Tsji ^Dboe Tsji ^Eboe Tsji ^Aboe di boe ^Ddoe De ^Dappelmoes De ^Eappelmoes^Ablues

Zeg weet je ^Dwat ook zoet is En warm ^Ategelijk Dat is de ^Bzoete liefde Waarvoor ik ^Ealtijd weer be^Eaugzwijk

Ik ^Amoet je iets bekennen Iets ^Awat je nog niet weet Ik ^Ahad ooit eens een meisje Dat ik ^Anooit of nooit vergeet Ze leerde ^Dmij een nieuwe smaak De smaak van appel^Amoes En ^Etelkens als ik die weer proef ^D Zit ik nu met de ^Ablues

Tsji ^Dboe Tsji ^Eboe Tsji ^Aboe di boe ^Ddoe De ^Dappelmoes De ^Eappelmoes^Ablues Tsji ^Dboe Tsji ^Eboe Tsji ^Aboe di boe ^Ddoe De ^Dappelmoes De ^Eappelmoes^Ablues

Tsji ^Dboe Tsji ^Eboe Tsji ^Aboe di boe ^Ddoe De ^Dappelmoes De ^Eappelmoes^Ablues Tsji ^Dboe Tsji ^Eboe Tsji ^Aboe di boe ^Ddoe De ^Dappelmoes De ^Eappelmoes^Ablues