Selah - Heer wijs mij uw weg

^BmHeer, wijs m^Aij uw ^Dweg en ^Emleid mij a^Gls een kin^Asusd ^{A Bm}dat heel de ^Alevenswe^Gg slechts in^Em U richti^Dng vind^Asust. ^A Als mij de ^Emmoed ^Aont^Dbreekt om ^Gdoor ^Ate ga^F#an; troos^Bmt mij d^Dan l^Giefdevol en ^Emmoedig ^Amij weer a^Dan.

^BmHeer, leer m^Aij uw ^Dweg, di^Eme zuiver i^Gs en goed.^{Asus A Bm}Uw woord is ^Aonderweg^G als een lam^Emp voor mi^Djn voet^Asus. ^A Als mij het^Em zich^At o^Dntbreekt,h^Get do^Anker ^F#is; leid ^Bmmij dan^D op ^Guw weg,de we^Emg die e^Aeuwig is. ^D

^BmHeer, leer m^Aij uw ^Dwil aan^Emvaarden al^Gs een kind^{Asus A Bm}dat blindeli^Angs en s^Gtil U vertro^Emuwt, vred^De vindt^Asus. ^A Als mij de ^Emwil o^Antb^Dreekt uw w^Geg te^A gaan^F#; spreek d^Bmoor uw ^Dwoor^Gd en Geest m^Emijn har^At en leven^D aan.

^CmHeer, toon ^Bbmij uw pla^Ebn; maak d^Fmoor uw ^BbsusGeest bekend^Bb hoe ^Cmik U dienen ^Abkan en waarh^Fmeen ^EbU mij ^Bbsuszendt. ^Bb Als ik de ^Fmweg n^Bbiet ^Ebweet,de ^Abhoop ^Bbopge^Gef; toon ^Cmmij ^Ebdat ^AbChristus heel mijn ^Fmweg ge^Bblopen ^Gsusheeft, ^G toon ^Cmmij ^Ebdat ^AbChristus heel mijn ^Fmweg ge^Bblopen ^Gbheeft.^{Ab Eb}