Opwekking - 733 - tienduizend redenen

^GDe zon komt ^Dop, maakt de ^Amorgen ^Bmwakker ^GMijn dag beg^Dint met een ^Alied voor ^BmU ^GHeer, wat er ^Dook gebeurt en wat ^Amij mag over^Bmkomen ^GLaat mij nog ^Dzingen als de ^Dav^Aond ^Dvalt

^GLoof de Heer, o mijn ^Dziel ^AO mijn ^Bmziel, p^Grijs nu Zijn ^Dheilige ^ANaam ^Bm Met meer ^Gpassie dan ^Dooit ^AO mijn ^Bmziel, ver^Gheerlijk Zijn ^Aheilige ^BmNaam

Heer^G vol g^Deduld toont U ^Aons Uw^Bm liefde ^GUw Naam is ^Dgroot en Uw ^Ahart is ^Bmzacht Van ^Gal Uw ^Dgoedheid wil ik ^Ablijven ^Bmzingen ^GTienduizend ^Dredenen tot d^Dank^Abaarhei^Dd

^GLoof de Heer, o mijn ^Dziel ^AO mijn ^Bmziel, p^Grijs nu Zijn ^Dheilige ^ANaam ^Bm Met meer ^Gpassie dan ^Dooit ^AO mijn ^Bmziel, ver^Gheerlijk Zijn ^Aheilige ^BmNaam

En ^Gop die ^Ddag, als mijn ^Akracht ^Bmvermindert ^GMijn adem s^Dtokt en mijn ^Aeinde ^Bmkomt Zal ^Gtoch mijn ^Dziel Uw ^Aloflied blijven ^Bmzingen T^Gienduizend ^Djaar en tot in ^Dee^Auwig^Dheid

^GLoof de Heer, o mijn ^Dziel ^AO mijn ^Bmziel, p^Grijs nu Zijn ^Dheilige ^ANaam ^Bm Met meer ^Gpassie dan ^Dooit ^AO mijn ^Bmziel, ver^Gheerlijk Zijn ^Aheilige ^BmNaam

^GLoof de Heer, o mijn ^Dziel ^AO mijn ^Bmziel, p^Grijs nu Zijn ^Dheilige ^ANaam ^Bm Met meer ^Gpassie dan ^Dooit ^AO mijn ^Bmziel, ver^Gheerlijk Zijn ^Aheilige ^BmNaam

^GVerheerlijk Zijn ^Aheilige ^BmNaam ^GVerheerlijk Zijn ^Aheilige ^DNaam