Misc Traditional - Het loze vissertje

^DDes winters als het regent, ^GDan zijn de ^Apaadjes ^Ddiep, ja diep. Dan komt het ^Aloze ^Dvisserken, Al ^Gvissen ^Ain het ^Driet, ja riet.

Met zijne ^Arijfstok, met zijne ^Dstrijkstok, Met zijne ^Alapzak, met zijne ^Dknapzak. Met zijne ^Aleren, van dirre dom ^Gdere, Met zijne ^Aleren laarskens ^Daan. Met zijne ^Aleren, van dirre domme ^Gdere, Met zijne ^Aleren laarskens ^Daan.

^DDat loze molenarinneke, Ging ^Gin haar ^Adeurke ^Dstaan, ja staan. Opdat dat ^Aaardig ^Dvisserken, Voor^Gbij haar ^Aheen zou ^Dgaan, ja gaan.

Met zijne ^Arijfstok, met zijne ^Dstrijkstok, Met zijne ^Alapzak, met zijne ^Dknapzak. Met zijne ^Aleren, van dirre domme ^Gdere, Met zijne ^Aleren laarskens ^Daan. Met zijne ^Aleren, van dirre domme ^Gdere, Met zijne ^Aleren laarskens ^Daan.

^DWat heb ik ^Au mis^Ddreven, Wat ^Gheb ik ^Au mis^Ddaan, ja daan? Opdat ik ^Aniet met ^Dvrede, Voor^Gbij uw ^Adeur mag ^Ggaan, ja gaan?

Met mijne ^Arijfstok, met mijne ^Dstrijkstok, Met mijne ^Alapzak, met mijne ^Dknapzak. Met mijne ^Aleren, van dirre domme ^Gdere, Met mijne ^Aleren laarskens ^Daan. Met mijne ^Aleren, van dirre domme ^Gdere, Met mijne ^Aleren laarskens ^Daan.

^DGij hebt mij niets misdreven, Gij ^Ghebt mij ^Aniets mis^Ddaan, ja daan. Maar moet mij ^Adriemaal ^Dzoenen, Eer ^Ggij van hier moogt ^Dgaan, ja gaan.

Met uwe ^Arijfstok, met uwe ^Dstrijkstok, Met uwe ^Alapzak, met uwe ^Dknapzak. Met uwe ^Aleren, van dirre domme ^Gdere, Met uwe ^Aleren laarskens ^Daan. Met uwe ^Aleren, van dirre domme ^Gdere, Met uwe ^Aleren laarskens ^Daan.