Matthijn Buwalda - Bijna niet meer aan jezus toe

Het is ^Dtien uur zondagochtend en ik ^Gzit er wee^Ar. Mijn ^Dhart en mijn ogen zijn ^Gbeiden half ^Aopen. Ik ^Ddacht ik word vrij als ik ^Gmij be^Akeer, maar ik^Em heb mijn agenda nooit zo ^Gsnel vol zien ^Alopen.

Na de ^DVotum en Groet let ik ^Gheel goed ^Aop, dan ^Ddeelt iemand mee wat we ^Gorganis^Aeren. Een ^Dcursus of tien geeft u ^Gzich snel ^Aop? En ^Emnog een vergadering om te no^Dteren, wan^Gneer is de cursus agenda be^Dheren^A?

Wie ^Deeuwig wil leven, wordt ^Gchronisch ^Amoe. Je ^Emkomt bijna niet meer aan ^AJezus ^Dtoe. Voor ^Diemand die vrij is, best ^Emveel te ^Adoen. Je ^Emkomt bijna niet meer aan ^AJezus toe.

Het is ^Dacht uur woensdagavond en ik ^Gben er wee^Ar. Een k^Dringavond die ik niet ^Gvoor kon ber^Aeiden. En ^Dzo gaat het eigenlijk ^Gelke kee^Ar, heel lang b^Emidden terwijl ik graag ^Gvoetbal wil ^Akijken.

Als ik ^Dwil dan heb ik elke ^Gavond ^Awat, een ^Dchristen komt pas in de ^Ghemel op a^Adem. Nog een j^Daar zo geloven en ^Gik ga p^Alat. Wie s^Emterft van de bidstonden leeft uit ge^Dnade. Mijn ^Gsociale leven lijdt blijvende ^Dschade.^A

Wie ^Deeuwig wil leven, wordt ^Gchronisch ^Amoe. Je ^Emkomt bijna niet meer aan ^AJezus ^Dtoe. Voor ^Diemand die vrij is, best ^Emveel te d^Aoen. Je ^Emkomt bijna niet meer aan ^AJezus toe^D.

Laatst ^Dsprak ik een broeder die tegen me zei: '^GStraks in de hemel zijn wij weer één kerk.' ^D Ik d^Emacht: 'Ja, wie zet daar de stoelen dan klaar? Dat ^Glijkt me een eeuwigheid ^Ewerk! ^A Een eeuwigheid ^Ewerk!' ^{E A A}

Wie ^Eeeuwig wil leven, wordt ^Achronisch ^Bmoe. Je ^F#mkomt bijna niet meer aan ^BJezus toe^E. Voor ^Eiemand die vrij is, best ^F#mveel te ^Bdoen. Je ^F#mkomt bijna niet meer aan ^BJezus toe^E. God ^Ekunt U wel zien wat ik ^Avoor U ^Bdoe? Uw ^F#mgenade is mij blijkbaar ^Bniet genoe^Eg. Ooit ^Ekomt U weer terug, maar l^F#miefst ni^Bet te vroeg. Of ^F#mtoch, kom snel terug, want ik ^Bben zo ^Emoe.