Marco Borsato - Waarom

^GKijk me eens aan ^CHad jij gedacht dat we hier ^Gsamen zouden staan Zij aan z^Cij ^GIk kan het niet geloven ^CHoe vaak ben ik niet ^Gbijna bij je weg gegaan Of jij bij m^Cij Maar^Am steeds als je bijna buiten was ^DDan pakte ik je handen vast ^{G Bm}En jij kwam ^Emterug ^E En ^Amsteeds wanneer ik zei dat ik zou gaan^{G F}Kwam jij me toch weer achterna En^G nooit heb ik spijt gehad Nee, ^Dnooit een moment

En ^Gwaar^Emom Zeg je me ^Anu Dat het ^Cover is ^D En ^Gwaar^Emom Weet je het ^Azeke^Br Als het ^Emwater ons samen tot de ^F#mlippen ^Dstond Of ^Céén van ons 2en het niet ^Gleuk meer ^Dvond ^B Was er ^Emaltijd die andere die ^Bmzachtjes zei Ik ^Amhou ^Gzove^Cel ^Cm van ^Gjou. ^C Zov^Geel van jou ^C

^GKijk me eens aan We ^Chebben samen zovaak ^Gin de storm gestaan In de ^Czee Met ^Ghuizenhoge golven ^CWaren sterker dan de ^Gkrachtigste orkaan Met z'n ^C2 ^AmSteeds als ik haast verdrinken zou Dan klampte ik me vast ^Daan jou ^G En jij was ^Emdaar ^{E Am}Of ik kwam naar je toe en ving ^FJou op wanneer je bijna onder ging En ^Gnooit heb ik spijt gehad Nee, nooit^D een moment

En ^Gwaar^Emom Zeg je me ^Anu Dat het ^Cover is ^D En ^Gwaar^Emom Weet je het ^Azeke^Br Als het ^Emwater ons samen tot de ^F#mlippen ^Dstond Of ^Céén van ons 2en het niet ^Gleuk meer ^Dvond ^B Was er ^Emaltijd die andere die ^Bmzachtjes zei Ik ^Amhou ^Gzove^Cel Ik ^Amhou ^Gzove^Cel ^Cm Van ^Gjou ^C Zov^Geel van jo^Cu