Klein Orkest - 26000 dagen

^GKinderen die mogen spelen in luchtkastelen die be^Cstaan en nooit zullen ver^Dgaan ^GVroeg of laat gaat zand vervelen, moet je daar niet blijven spelen Je ^Akunt als je wilt ook op zoek naar de rand ^Cvan de zandbak ^Dgaan ^GJong zijn dat is uitproberen, leren balanceren, blijven ^Cstaan, vallen, verder ^Dgaan Je ^Gkunt volwassen willen lijken, alvast naar rijtjeshuizen kijken A C D // stop Je kunt als je telt voor ’t zelfde geld naar ’t eind van de wereld gaan

Je hebt zo’^Gn 26000 dage^Cn tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid) ^D Je kunt lachen, je kunt klagen,^G maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt (Je hebt zo’n 26000 dagen^C) tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid) ^D Je kunt lachen, je kunt klagen,^G maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt

^GVolwassen, evenwichtig lijken, niks laten blijken, nog geen ^Ctraan, maar twijfel blijft be^Dstaan Ge^Glukkig zijn is uit de mode, zomaar lachen streng verboden Je ^Akunt ook hup voor de lol nog een keer ge^Cwoon op je kop gaan ^Dstaan ^GEenmaal oud en grijs geworden, in bejaardenoorden van de ^Cbaan, op een zijspoor ^Dstaan ^GKlaverjassend tijd verkwisten, laat je niet voortijdig kisten A C D // stop Je kunt als je wil ook gewoon zonder pil lekker aan ’t vrijen slaan

^{G C D G G C D G} (26000 dagen) ^G1 2 3 4 ^C5 6 7 8, (26000 dagen) ^D9 10 11 12 ^G13 14 15 16 (26000 dagen) ^G17 18 19 20 ^C21 22, (26000 dagen) ^D23 24 ^G25 26

^A26000 dagen ^D tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid) ^E Je kunt lachen, je kunt klagen,^A maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt (Je hebt zo’n 26000 dagen^D) tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid) ^E Je kunt lachen, je kunt klagen,^A maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt (Je hebt zo’n 26000 dagen^D) tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid) ^E Je kunt lachen, je kunt klagen,^A maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt ^Asus4 Voor eeuwig ^Akwijt,^Asus4 voor eeuwig ^Akwijt ^{Asus4 A}