Het Zesde Metaal - Vanonder

^Am We wonen te ver van onze ^Gouders ^Am We wonen te ver voor onze ^Gouders ^F Mens, ze zijn zoveel ver^Gouderd

^Am Een voor een maakten we ^Gbrokken ^Am Een voor een zijn we vert^Grokken ^F We hadden er zelf voor gek^Gozen ^F ‘t Was altijd al zo afgespr^Goken

Ge k^Emunt er niet vanonder mui^Fzen Ge k^Gunt er niet vanonder mu^Fizen

^Am En al wie kwam is niet gebl^Geven ^Am En alles is om af te ge^Gven F G

^Am De grote ziektes van het le^Gven ^F Daar zijn we nog van gespaard geb^Gleven ^F Tot nu altijd gespaard gebl^Geven

Ge k^Emunt er niet vanonder mui^Fzen Ge k^Gunt er niet vanonder mu^Fizen Ge k^Emunt er niet vanonder mui^Fzen Ge k^Gunt er niet vanonder mu^Fizen