De Dijk - Binnen zonder kloppen

^AmDm,^F A^Gm,^Em G [Couplet] ^CDe straat^F is grijs, de gracht beneveld ^Cbinnen h^Emou ik het niet uit ^GmDaar den^Ebk ik ste^Bbeds aan toen die avond ^Dmik schri^Amk op van elk geluid ^CIk hoor een deur ^Fopen en dicht gaan ^Cik hoor het k^Emraken van een tree ^Gmen al m'n hoop i^Ebs op de ^Bbdeurknop maar d^Cie gaat niet naar benee.

^DmZe kwam binnen zonder kloppen ^{C Bb Gm}ze kwam binnen zo^Dmnder kloppe^Cn ^Dmze kwam ^Cbinn^Bben, z^Dme kwam b^Cinne^Bbn ^Fze kwam binnen zonder kloppen en ging ^Gweg zonder een woord.

^CIk was al^Fleen en niet gelukking ^CIk brand^Emde langzaam achteruit ^GmEn ieder^Ebe dag, m^Bbeer vraag dan antwoord ^DmEen nieu^Amwe krant, een oud geluid ^CIk wou do^Fod, ik wou begraven ^Cmet veel^Em bloemen en bezoek ^GmEn opeens, sto^Ebnd zij daar^Bb voor me schopte ha^Car schoenen in de hoek.

^DmZe kwam binnen zonder kloppen ^{C Bb Gm}ze kwam binnen zo^Dmnder klop^Cpen ^Dmze kwam ^Cbinn^Bben, z^Dme kwam b^Cinne^Bbn ^Fze kwam binnen zonder kloppen en ging ^Gweg zonder een woord. [Intro] ^AmDm,^F A^Gm,^Em G

^CDe avond ^Fvalt in duizend stukken ^Cop de st^Emraten van de stad ^GmMet bonz^Ebend hart^Bb als wichelroede ^Dmzoek ik ^Ammijn verloren schat ^CMaar het ^Fleidt tot niets, lood om oud ijzer ^Cwelke de^Emur ik ook probeer ^Gmze zijn dicht^Eb, of ze gaan^Bb open maar n^Cooit meer, nooit meer, nooit meer als die keer

^DmZe kwam binnen zonder kloppen ^{C Bb Gm}ze kwam binnen zo^Dmnder klop^Cpen ^Dmze kwam ^Cbinn^Bben, z^Dme kwam b^Cinne^Bbn ^Fze kwam binnen zonder kloppen en ging ^Gweg zonder een woord.