Clouseau - Daar gaat ze

^FDaar gaat ze^C, ^{Dm Bb}en zoveel schoonheid heb ik nooit verdiend ^{F F}Daar staat z^Ce,^{Dm Bb}en zoveel gratie heb ik nooit gezien^{F Bb}Soms praat^F z^Gme, ^Ebterwijl ze slapend met mijn kussen speelt ^{Bb Bb}Ik l^Faa^Gmt ze, ^Ebzolang ze maar met mij m'n lakens ^Bbdeelt

^FEn zelfs de hoeders^C/E van de wet ^Dm kijken minza^Dmam als ze fout^Bbparkeert ^FEn zelfs de flikke^C/Fn hebben pret ^Dm als ze sensue^Dmel voorbij ^Bbmarcheert ^Gmongegeneerd ^C

^FIk weet wel,^{C Dm Bb}dat zij waarschijnlijk niet lang bij me blij^Fft ^FIk weet wel,^{C Dm Bb}dat zij met anderen haar tijd verdrijft ^{F Bb}Zij heeft ^Fso^Gmms, ^Ebgeheimen waar ik liever niets van weet ^{Bb Bb}Zij zweeft^F s^Gmoms, ^Eben droomt zodat ze soms ook mij vergeet ^Bb

^FEn zelfs de hoeders^C/E van de kerk ^Dm kijken minza^Dmam op haar sch^Bbonheid neer ^FDe bisschop zegt di^C/Et is Gods werk, ^Dm buigt z'n gr^Dmijze hoofd en ^Bbdankt de Heer ^GmNog eens een keer, ^Cdank u meneer

^BbZij heeft ^Fso^Gmms, ^Ebgeheimen waar ik liever niets van weet ^{Bb Bb}Zij zw^Fee^Gmft soms, ^EbEn droomt zodat ze soms ook mij^Bb vergeet

^FEn zelfs de hoeders^C/E van dit land ^Dm zouden lieve^Dmr in mijn scho^Bbenen staan. ^FJa, de premier ding^C/Et naar haar hand ^Dm en biedt mi^Dmj zijn portefe^Bbuille aan Maar ik denk er ^Gmniet aan, ^C loop naar de maan.

^FDaar gaat^C z^Dme ^{Bb F F}daar staa^Ct ^Dmze ^{Bb F}