Tuning: E A D G B E

[Intro] C G x4 [Verse 1]

^CDaar ligt mijn m^Goeder niet, ^CMet knoken s^Gtil gevouwen, ^CDe diepe ^Gogen d^Cicht.

[Verse 2]

^CDaar rust het ^Goverleven, ^CDe kracht van a^Glle vrouwen, ^CDe wil op ^Ghaar ge^Czicht.

[Chorus]

^AmDit wezen i^Fs veel ou^Cder, Het herbergt a^Flle tijden^C, Wist immer ^Gvol te houde^Cn. ^G

[Verse 3]

^CIk zie haar ^Geeuwig zitten, ^CZwart voor het ^G7witte huis, ^CHaar ogen over^G7al doorh^Ceen. ^G7

[Verse 4]

^CZe buigt ove^Gr het kind, ^CZe wast er ^G7aan het water, ^CZe zingt a^G7an het fornu^Cis. ^G7 ^C

[Verse 4]

^CIk zie haar ^Glopen in het veld, ^CHoog op haar ^G7hoofd de last, ^CIk hoor ha^G7ar zwijgen in het h^Cuis, Hoe ze haar^G7 beurt afwacht, ^CGedrag precies z^G7oals het p^Cast.

[Chorus]

^AmDit wezen i^Fs veel ou^Cder, Het herbergt a^Flle tijden^C, Wist immer ^Gvol te houde^Cn. ^G

[Verse 5]

^CDaar ligt mijn ^Gmoeder niet, ^CLang op het g^G7limmend laken, ^CDe lichte ^G7ogen d^Cicht^G7.

[Verse 6]

^CDe wilskracht r^Gond de kaken, ^CSterker dan de ^G7tijd, ^CZij verzaakte no^G7oit haar pl^Cicht^G7.

[Bridge]

^AmHet is de m^Fensheid zelf, ^CVerankerd in ^Galle vrouwen, ^CDie hier t^G7e rust^Cen l^G7igt.

[Verse 7]

^CAl ben je dan mijn ^Gmoeder niet, ^CVaarwel, vrouw, ^G7dapper wezen, ^CAlles heb ^G7jij verr^Cicht^G7.

[Instrumental] C G C G7 C G7 C G7 C x2 [Verse 8]

^CDaar ligt mijn ^Gmoeder niet, ^CMet knoken st^G7il gevouwen, ^CDe diepe o^G7gen di^Ccht.

Bram Vermeulen - Moeder