Autoscroll
1 Column 
Text size
Transpose 0
Tuning: E A D G B E
https://www.youtube.com/watch?v=OyLLSXdPIWw Lyrics and Music by Boudewijn de Groot Tempo 92 Measure 4/4, sometimes a 2/4 (Chord*) [Intro] A A [Verse 1]
Wie Akan me nog vertellen van de Avroege morgenstond G G* A A met goudsel in de mond waar de dichters over dichten? Hoe Alaat kwam toen de eerste zwaluw Auit het zomergroen, G G* A A gekleed in boezeroen om de schoonmaak te verlichten?
De Dmelkman om vier uur op om Akoeien te gaan melGken, om Deien te gaan pelken bij de Ekippen op de E7stok. En Ain de straat de vullisman die Aniemand wilde groeten, geGzicht vol honingsproeten, verAdiende toen een meier E D* A A C C bij Knul de Spulleman.
CWaar is die zoete kouwe tijd? GWaar is die in de gauwigheid? Dsus4Leve de ik-hou-van-DjouwigEheid. E7
[Verse 2]
Er Awerd nogal gesproken over AKraai de Kanselein, G G* A A zijn lichaam deed hem pijn want hij leed toen aan de teerling. Maar Averder was het leven goed en Aieder was ter vrede. G G* A A Er werd veel fiets gereden en men leefde van de nering.
AlDleen op zondag was het stil, dan Asliep men in de kerGken. Dat Dwas heel goed te merken want de Eklekte was niet E7hil. En 's Aavonds als het donker was, dan Aging je op de deren, daar Gstoven dan de veren totAdat de nacht gedonderdE en de D* A A C C dag gebroken was.
CWaar is die zoete kouwe tijd? GWaar is die in de gauwigheid? Dsus4Leve de ik-hou-van-DjouwigEheid. E7
[Verse 3]
Wie Akan me nog vertellen van de Aeerste vliegmachien? G G* A A Heeft u hem ook gezien toen hij naar beneden stortte? Nu Agrinnikt u, maar u grinnikt niet als Au te pletter vliegt. G G* A A Een vliegtuig is een smiecht waar niet mee valt te sporten.
En Donze straat ging nooit tekeer, geen Aauto's en geen fietGsers, geen Dbussen en geen bietsers want die Ehad je toen niet E7meer. Zo Awas het leven op ons dorp vol Asagen en legenden, vol Gvagen en bekenden, geAreed om uit te rukken E D* A A C C bij de eerste kalverworp.
CWaar is die zoete kouwe tijd? GWaar is die in de gauwigheid? Dsus4Leve de ik-hou-van-DjouwigEheid. E7
[Verse 4]
Wie Akan me nog vertellen van die Adagen in ’t verlegen? G G* A A Het valt me nogal tegen om tot ziens te moeten tellen.
[Outro] A (repeat and fade out)