Boudewijn de Groot - Laat het water open

^GAls de avond valt en ik voel me moe en moedeloos, ^Gkijk ik naar de zee en ik zie de golven eindeloos. En ik zie het water leven, ^C't goud vanaf de horizon spoel^Dt met de golven mee.

^GLaat het water open, ^Flaat het water open, ^Claat het water open ^Den laat de zee de zee.

^GAls het water daalt en het land weer boven komt, ^Gdraal jij langs de dijk, een zachte glimlach om je mond. En de zomer in je ogen, ^Cin je haren door de wind, ^Den je zegt: de zee is rijp.

^GLaat het water open, ^Flaat het water open, ^Claat het water open ^Den laat de zee de zee. ^GLaat het water open, ^Flaat het water open, ^Claat het water open ^Den laat de zee de zee.

^GAls het water stijgt en de scheppingsdag opnieuw begint, ^Ggaan we hand in hand, de vloed komt met de westenwind, spoelt over onze voeten, ^Cer is geen leven zonder zee ^Den zonder zee geen land.

^GLaat het water open, ^Flaat het water open, ^Claat het water open ^Den laat de zee de zee. ^GLaat het water open, ^Flaat het water open, ^Claat het water open ^Den laat de zee de zee. ^GLaat het water open, ^Flaat het water open, ^Claat het water open ^Den laat de zee de zee.