Boudewijn de Groot - Jimmy

Hoe ^Bsterk is de eenzame fietser die kromgebogen over z'n stuur tegen de ^G#mwind, zich^Ezelf een ^Bweg baant ^{B A6add9}

^BHoe zelfbewust de voetbalspeler die voor de ogen Van het publiek de wedstrijd ^G#mwint, zich ^Ekampi^Boen waant ^B

-

^A6add9

Hoe ^Blang vergenoegd de zakenman zonder mededogen Die concurrent verslagen ^G#mvindt, zelf^E haast fal^Bliet gaat ^{B A6add9}

En ik ^F#zit hier tevree met de kleine op schoot De ^Ezon schijnt d'r is geen ^Breden Met ^F#rotweer en met harde wind, te gaan ^Efietsen met dat kind^B

^E Als ie maar geen voetballer wordt ze schoppen hem misschien half ^F#dood ^{E B}

^E Als ie maar geen voetballer wordt ze schoppen hem misschien half ^F#dood ^{E B}

Maar liever ^F#dat nog, dan een bord voor z'n kop van de ^Bzakenman

^F#slechter van ^{E B}