Autoscroll
1 Column 
Text size
Transpose 0
Capo: 3 Tuning: E A D G B E
[Intro] Am E Am E - Esus4 - E
De dAmag komt, lEiefste, de dag, Am de zon door de gordDmijnen, E7dromen die verdwAmijnen. Ik weet dat je niet blijven mEag.
Word wAmakker, lEiefste, 't is licht, Am je haren op het kEussen, je mE7ond en daartAmussen de schaduwen op je gezEicht.
Tot mAmorgen, lEiefste, missAmchien. Nu zachtjes naar beDmneden, niet kE7raken met de tAmreden. Mijn hospes mag jEou niet zAmien.
Want Ahij en alle E7anderen, liefste, probAeren telkens wEeer Aom ons te veE7randeren liefste, in een dAameB7 en eenE heer. Die aBltijd netjes bElijven, liefste, en nB7ooit gevaarlijk dEoenE7, zich nAooit door hartstocht laten dE7rijven, liefste, behAalveE soms een Azoen.
Toch Amgaan we, Eliefste, onze gang. Am Als ik kan, dan Dmtrouw ik met jeE7 want dat wou Amik, dat weet je toch al sinds zo Elang.
Ook Amzonder dat, Eliefste, ookAm dan kan ik van je Dmhouden. ZoE7nder je te Amtrouwen ben jij mijn vrouw en ik je Eman.
De Amliefde, lEiefste, isAm sterk, sterker dan de Dmmensen die E7alles netjes Amwensen met door de week de zaak Een zondags Amkerk.
Ik Adoe de ramen E7open, liefste, de Astraat is leeg Een stil. Ik Azie je buiten E7lopen, liefste, ons Abed B7is leeg en Ekil.
Nu je Bweg bent, zal ikE dromen, liefste, B7van wat ik moest en Ezou. E7 ATot je terug zal E7komen, liefste, droom iAk alEleen vanA jou.
[Outro] Am E A