Armand - Het sleutelgat
chordsver. 1
Autoscroll
1 Column
Text size
Transpose 0
Tuning: E A D G B E
Armand - Het Sleutelgat
[Intro]
C
[Verse 1]
En het beCgon met FHans,
en die D7vroeg me wat ik van je Gvond.
En Cjij stond me wel Faan,
en de D7zaak was zo Grond.
En Fjij, jij Cwilde wel en Fik, zoals norCmaal.
En we beFsloten, ach, je begCrijpt het wel,
het D7begin van een triest Gverhaal.
[Verse 2]
En het Cwas al vrij Flaat,
en ik D7stond met jou aan je Gdeur.
En het Csleutelgat was te Fklein,
en D7jij kreeg een Gkleur.
En Fuitgespreid op de loperC in de gang, werd ik Fopgeholpen door Cjou.
En de Fweg naar de trap die wasC lang en hard,
maar D7dekens verdreven de Gkou.
[Verse 3]
En de Cnacht was Flang
en de D7drank deed te Gkort
Aan een Cdegelijk, helder Fbrein,
je D7ziet wel, wat er van Gwordt.
En Fdan na een tijdje, danC slik je eens stroef, met goede Fzin is het dan geCdaan.
En als de Flucht weer grauw kleurt dan beCsef je ineens,
dat je D7zoveelste illusie, die gaat er Gaan.
[Verse 4]
En je Creikt elkaar de Fhand en zegt:
D7 "We zien elkaar nog wel eens een Gkeer."
En om een uur of Czeven 's morgens Fbuiten,
D7vind je jezelf dan Gweer
En de Fvogels, die Cfluiten al. Je vind het Feigenlijk veel mooier omCdat het
een iFdee is, dat steeds weer Cterug komen kan.
Het is Cecht en daarom Gword je het niet Czat.