Wim Sonneveld - Catootje

^C- Ik b^Fen met Cat^Cootje naar de b^Gotermarkt geg^Caan Naar de b^Gotermarkt geg^Caan. Ze kon m^Faken wat ze w^Cou - ze kon m^Faken w^Gat ze w^Cou Ze kon m^Gaken wat ze w^Cou - ze kon m^Gaken wat ze w^Cou.

En ze m^Caakte van b^Coter een d^Gomin^Cee Een d^Gominee pard^Coes. "In de k^Carrek, in de k^Carrek", zei de d^Fominee "In de k^Garrek, in de k^Garrek", zei de d^Cominee.

Een d^Comi-dominee, een d^Gomi-dominee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee.

En ze m^Caakte van b^Coter een w^Gafelvr^Couw Een w^Gafelvrouw pard^Coes. "Kom maar b^Cinnen, kom maar b^Cinnen", zei de w^Fafelvrouw "Kom maar b^Ginnen, kom maar b^Ginnen", zei de w^Cafelvrouw. "In de k^Carrek, in de k^Carrek", zei de d^Fominee "In de k^Garrek, in de k^Garrek", zei de d^Cominee.

Een d^Comi-dominee, een d^Gomi-dominee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee.

En ze m^Caakte van b^Coter een t^Goverh^Ceks Een t^Goverheks pard^Coes. "'k Zal je p^Cakken, 'k zal je p^Cakken", zei de t^Foverheks "'k Zal je p^Gakken, 'k zal je p^Gakken", zei de t^Coverheks. "Kom maar b^Cinnen, kom maar b^Cinnen", zei de w^Fafelvrouw "Kom maar b^Ginnen, kom maar b^Ginnen", zei de w^Cafelvrouw. "In de k^Carrek, in de k^Carrek", zei de d^Fominee "In de k^Garrek, in de k^Garrek", zei de d^Cominee.

Een d^Comi-dominee, een d^Gomi-dominee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee.

En ze m^Caakte van b^Coter een k^Gastel^Cijn Een k^Gastelijn pard^Coes. "Eerst bet^Calen, eerst bet^Calen", zei de k^Fastelein "Eerst bet^Galen, eerst bet^Galen", zei de k^Castelein. "'k Zal je p^Cakken, 'k zal je p^Cakken", zei de t^Foverheks "'k Zal je p^Gakken, 'k zal je p^Gakken", zei de t^Coverheks. "Kom maar b^Cinnen, kom maar b^Cinnen", zei de w^Fafelvrouw "Kom maar b^Ginnen, kom maar b^Ginnen", zei de w^Cafelvrouw. "In de k^Carrek, in de k^Carrek", zei de d^Fominee "In de k^Garrek, in de k^Garrek", zei de d^Cominee.

Een d^Comi-dominee, een d^Gomi-dominee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee.

En ze m^Caakte van b^Coter een b^Garon^Ces Een b^Garones pard^Coes. "In de s^Cuite, in de s^Cuite", zei de b^Farones "In de s^Guite, in de s^Guite", zei de b^Carones. "Eerst bet^Calen, eerst bet^Calen", zei de k^Fastelein "Eerst bet^Galen, eerst bet^Galen", zei de k^Castelein. "'k Zal je p^Cakken, 'k zal je p^Cakken", zei de t^Foverheks "'k Zal je p^Gakken, 'k zal je p^Gakken", zei de t^Coverheks. "Kom maar b^Cinnen, kom maar b^Cinnen", zei de w^Fafelvrouw "Kom maar b^Ginnen, kom maar b^Ginnen", zei de w^Cafelvrouw. "In de k^Carrek, in de k^Carrek", zei de d^Fominee "In de k^Garrek, in de k^Garrek", zei de d^Cominee.

Een d^Comi-dominee, een d^Gomi-dominee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee.

En ze m^Caakte van b^Coter een l^Gichtmatr^Coos Een l^Gichtmatroos pard^Coes. "Mooie b^Cenen, mooie b^Cenen", zei de l^Fichtmatroos "Mooie b^Genen, mooie b^Genen", zei de l^Cichtmatroos. "In de s^Cuite, in de s^Cuite", zei de b^Farones "In de s^Guite, in de s^Guite", zei de b^Carones. "Eerst bet^Calen, eerst bet^Calen", zei de k^Fastelein "Eerst bet^Galen, eerst bet^Galen", zei de k^Castelein. "'k Zal je p^Cakken, 'k zal je p^Cakken", zei de t^Foverheks "'k Zal je p^Gakken, 'k zal je p^Gakken", zei de t^Coverheks. "Kom maar b^Cinnen, kom maar b^Cinnen", zei de w^Fafelvrouw "Kom maar b^Ginnen, kom maar b^Ginnen", zei de w^Cafelvrouw. "In de k^Carrek, in de k^Carrek", zei de d^Fominee "In de k^Garrek, in de k^Garrek", zei de d^Cominee.

Een d^Comi-dominee, een d^Gomi-dominee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee.

En ze m^Caakte van b^Coter een d^Gikke m^Ceid Een d^Gikke meid pard^Coes. "Lekker z^Coenen, lekker z^Coenen", zei de d^Fikke meid "Lekker z^Goenen, lekker z^Goenen", zei de d^Cikke meid. "Mooie b^Cenen, mooie b^Cenen", zei de l^Fichtmatroos "Mooie b^Genen, mooie b^Genen", zei de l^Cichtmatroos. "In de s^Cuite, in de s^Cuite", zei de b^Farones "In de s^Guite, in de s^Guite", zei de b^Carones. "Eerst bet^Calen, eerst bet^Calen", zei de k^Fastelein "Eerst bet^Galen, eerst bet^Galen", zei de k^Castelein. "'k Zal je p^Cakken, 'k zal je p^Cakken", zei de t^Foverheks "'k Zal je p^Gakken, 'k zal je p^Gakken", zei de t^Coverheks. "Kom maar b^Cinnen, kom maar b^Cinnen", zei de w^Fafelvrouw "Kom maar b^Ginnen, kom maar b^Ginnen", zei de w^Cafelvrouw. "In de k^Carrek, in de k^Carrek", zei de d^Fominee "In de k^Garrek, in de k^Garrek", zei de d^Cominee.

Een d^Comi-dominee, een d^Gomi-dominee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee.

En ze m^Caakte van b^Coter een o^Guwe h^Ceer Een o^Guwe heer pard^Coes. "Heel voorz^Cichtig, heel voorz^Cichtig", zei de o^Fuwe heer "Heel voorz^Gichtig, heel voorz^Gichtig", zei de o^Cuwe heer. "Lekker z^Coenen, lekker z^Coenen", zei de d^Fikke meid "Lekker z^Goenen, lekker z^Goenen", zei de d^Cikke meid. "Mooie b^Cenen, mooie b^Cenen", zei de l^Fichtmatroos "Mooie b^Genen, mooie b^Genen", zei de l^Cichtmatroos. "In de s^Cuite, in de s^Cuite", zei de b^Farones "In de s^Guite, in de s^Guite", zei de b^Carones. "Eerst bet^Calen, eerst bet^Calen", zei de k^Fastelein "Eerst bet^Galen, eerst bet^Galen", zei de k^Castelein. "'k Zal je p^Cakken, 'k zal je p^Cakken", zei de t^Foverheks "'k Zal je p^Gakken, 'k zal je p^Gakken", zei de t^Coverheks. "Kom maar b^Cinnen, kom maar b^Cinnen", zei de w^Fafelvrouw "Kom maar b^Ginnen, kom maar b^Ginnen", zei de w^Cafelvrouw. "In de k^Carrek, in de k^Carrek", zei de d^Fominee "In de k^Garrek, in de k^Garrek", zei de d^Cominee.

Een d^Comi-dominee, een d^Gomi-dominee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee.

^C- Ik b^Fen met Cat^Cootje naar de b^Gotermarkt geg^Caan Naar de b^Gotermarkt geg^Caan. Ze kon m^Faken wat ze w^Cou - ze kon m^Faken w^Gat ze w^Cou Ze kon m^Gaken wat ze w^Cou - ze kon m^Gaken wat ze w^Cou.

"Mooie b^Cenen, mooie b^Cenen", zei de l^Fichtmatroos "Mooie b^Genen, mooie b^Genen", zei de l^Cichtmatroos. "Kom maar b^Cinnen, kom maar b^Cinnen", zei de w^Fafelvrouw "Kom maar b^Ginnen, kom maar b^Ginnen", zei de w^Cafelvrouw. "'k Zal je p^Cakken, 'k zal je p^Cakken", zei de t^Foverheks "'k Zal je p^Gakken, 'k zal je p^Gakken", zei de t^Coverheks. "Eerst bet^Calen, eerst bet^Calen", zei de k^Fastelein "Eerst bet^Galen, eerst bet^Galen", zei de k^Castelein. "In de s^Cuite, in de s^Cuite", zei de b^Farones "In de s^Guite, in de s^Guite", zei de b^Carones. "Heel voorz^Cichtig, heel voorz^Cichtig", zei de o^Fuwe heer "Heel voorz^Gichtig, heel voorz^Gichtig", zei de o^Cuwe heer. "Lekker z^Coenen, lekker z^Coenen", zei de d^Fikke meid "Lekker z^Goenen, lekker z^Goenen", zei de d^Cikke meid. "In de k^Carrek, in de k^Carrek", zei de d^Fominee "In de k^Garrek, in de k^Garrek", zei de d^Cominee.

Een d^Comi-dominee, een d^Gomi-dominee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee En m'n z^Fuster d^Gie heet K^Cee.