Typhoon - Liefste

We spreken ^Eaf, spreken met elkaar af dat we a^Cltijd eerlijk zijn Openheid van zak^Een, geen muu^Crtjes, dekens, dicht gordijn Je zit erbij, nonch^Ealant en wat gesloten me^Ct zo'n houding van 'wil ie^E me hebben, dan moet he^Ct van zijn kant komen' Ik doe m'n^E best Ik heb de trui aan ^Edie je mij zo goed vindt s^Ctaan T^Eelefoon uit, daar komt^C de ruis vandaan Ik ^Efluister je naam en^C zeg: 'J^Ee moet me geloven dat het anders is, gaat zijn en zal^C gaan lopen

Liefs^Ete, l^Cet niet op mij Oh lief^Este, le^Ct niet op mij

Kijk, we waren b^Eij elkaar, maar eigenli^Cjk had je me niet Ik probeer niets^E goed te praten hoor, ik^C weet, dat past ook niet Maar ik ^Eben een controlfreak, freak uit in de r^Col van passagier Dat mee met de stro^Eom gaan, is prachtig, maar het blijft een lastig iets Laat ^Cme niet los Mi^Ejn bloed was ijswater B^Cen niet bang om alleen t^Ee zijn, wel om wat ik koester, ^Ckwijt te raken En d^Eat is het gif in mijn doen en laten, dam^Ces aan mijn tentakels H^Eet was niks, sl^Caap bij mij vanavond

Liefs^Ete, l^Cet niet op mij Oh lief^Este, le^Ct niet op mij Liefs^Ete, l^Cet niet op mij Oh lief^Este, le^Ct niet op mij

Ik ^Emis de manier waarop jij je slip^Cje aantrekt in de ochtend Opst^Eaat, maar als ik je tegenhoud weer^C komt liggen Je leg^Et de wekker weg, je laat 'm snoo^Czen en zegt: 'werk w^Eacht wel, ik wil je nog even in ^Cmij voelen' En dat^E bedoel ik, het is vreemd dat i^Ck front Het gaat goe^Ed, maar ik moet altijd doen also^Cf iets onzeker is aan ons Te bizar^E hoe ik de liefde door een tr^Cechter giet Jij ben^Et slimmer dan ik, voorziet mi^Cjn stappen, daarom zeg ik niets En som^Es zeggen we lelijke dingen,^C best ziek Terwijl^E we eigenlijk willen zeggen: ^Cneem me niet voor lief Een s^Echreeuw om bestaans^Crecht Stu^Eg en standvastig, het stapelt zi^Cch op Tot^Edat die kilte over ons heenkomt ^C En ^Eik je 's avonds laat als we g^Caan slapen niet meer aanraak in bed Als^Eof je in quarantaine bent gel^Cegd Als^E je benauwd wordt van de kilt^Ce wil ik zeggen 'mi^Ejn schat, ‘t is op z’n tijd een stri^Cjd, maar ik zou met niemand anders willen vechten.'

Liefs^Ete, l^Cet niet op mij Oh lief^Este, le^Ct niet op mij Liefs^Ete, l^Cet niet op mij Oh lief^Este, le^Ct niet op mij

En als^E zij onrustig wakker wordt en ^Cze kijkt me boos aan Dan w^Eas ’t een nachtmerrie waarin i^Ck vreemd ben gegaan Zij ^Eis moeilijk te ontdooien, maar ^Cde liefde is te sterk Ik ze^Eg: lief, ik ga nergens en ner^Cgens is al ver