Sela - Volheid van genade

^AVolheid ^Dvan genade, die de sch^F#mepping draagt. Geli^Aefde van de V^Bm7ader, geb^Emoren uit een ma^Aagd. Is in de na^Dcht verschenen, Licht dat o^F#mns verlicht. De g^Alans van Gods ge^Bm7nade, die str^Emaalt van zijn gez^Aicht

Onze h^G2oop ligt in een k^F#m/Aribbe; deelt ons^G/B menselijk be^A/C#staan. Wij k^Bmnielen en aan^Embidden, ‘God m^Gsus2et ons’ is zijn n^Daam.

^AVolheid ^Dvan genade, die Gods g^F#mlorie toont. De g^Arootheid van ^Bm7de Vader, hee^Emft onder ons ge^Awoond Die zich vo^Dor ons vernedert, legt zijn g^F#mlorie af. Zijn^A oordeel is gena^Bm7de, zijn kr^Emibbe wordt een gr^Aaf

Onze h^G2oop ligt in een k^F#m/Aribbe; deelt ons^G/B menselijk be^A/C#staan. Wij k^Bmnielen en aan^Embidden, ‘God m^Gsus2et ons’ is zijn n^Daam.

^AVolheid ^Dvan het leven, bron van o^F#mvervloed. gena^Ade ons gegeve^Bm7n, one^Emindig groot en ^Agoed! o, vreugde ^Dvan de Vader, Gods gelief^F#mde Zoon Zijn^A liefde is genad^Bm7e, zijn kr^Emibbe wordt een tr^Aoon

Onze h^G2oop ligt in een k^F#m/Aribbe; deelt ons^G/B menselijk be^A/C#staan. Wij k^Bmnielen en aan^Embidden, ‘God m^Gsus2et ons’ is zijn n^Daam.