Sela - Hij is koning

Ontzagwe^Bbkkend is Go^Abds onbe^Gmgrensde ^Fsusmacht; zijn gez^Bbag dat de w^Ebereld reg^Fsuseert. ^F Onvoorst^Bbelbaar hoe ^CmGod ons ver^Bb/Dlossing b^Ebracht; in de Zo^Gmon overwo^Ebn, triomfe^Fsusert. ^F Zie hoe J^Gmezus m^C/Eet Gods kr^Facht bek^Bbleed, aan het k^Gmruis elke dui^Cstere ma^Dsuscht, ^D elke ket^Cmen voor on^Bb/Ds, verbrok^Eben heef^Gmt: niets of ni^Cmemand betwijfelt zijn g^Eb/Gezag! ^F/A

Heel de ^Bbwereld moet^Ab weten ^Gmwie Jezu^Fsuss is, die de d^Bbood onderwo^Ebrpen heef^Fsust. ^F Overweld^Bbigend hoe H^Cmij de strij^Bb/Dd beslist^Eb; all^Gme machten^Eb ontwapend^Fsus heeft. ^F Zie ho^Gme Jezu^C/Es roemrijk^F zegevie^Bbrt en oo^Gmk ons bekleed^Ct met zi^Dsusjn kracht^D. Onaanzie^Cmnlijk zijn^Bb/D wij, maar^Eb Jezus ^Gmniet: Hallelu^Cmja, van Hem is alle m^Abacht!

Waar ons ^Bbleven zijn schoonheid en g^Gmlans verliest, als een blo^Ebem in het veld verd^Fort, zijn wij niet^Gm zonder hoop; wij ^Ebvrezen niet: heel de we^Cmreld behoort aan G^Gsusod! Zie hoe Je^Amzus ko^D/F#mt in zijn ma^Gjeste^Cit: ontzagwe^Amkkend, met gl^Dorie be^Esuskleed. ^E Onweersta^Dmanbaar is ^C/EHij, die zo’n g^Flans v^Gerspr^Ameidt: Hij is ko^Dmning, van al wat adem^C heeft!

Zie hoe Jez^Amus kom^D/F#t in zijn maj^Gestei^Ct: ontzagwe^Amkkend, met gl^Dorie be^Esuskleed. ^E Onweersta^Dmanbaar is ^C/EHij, die zo’n g^Flans v^Gerspr^Ameidt: Hij is ko^Dmning, van al wat adem^Bb heeft!