Louis Neefs - Benjamin

^CBenjam^G7in zei 'ik r^Amijd naar ergens a^Gnders' ^D7Om er nog wat ^E7zon te k^Amloppen ^{G D7}Hier kan je 't niet ^E7verder sch^Amoppen ^G Dan een b^D7aan waar je moe van w^G7ordt

^CSamen r^G7eden w^Amij naar Knokke-Zo^Gete ^D7Om er naar de ^E7zee te k^Amijken ^{G D7}Maar er waren t^E7eveel r^Amijken ^G En men ^D7kwam er al zon t^G7ekort

^CNooit had ik een b^E7eter vr^Amiend als ^CBenja^Emmin Hij^F houdt van r^Fmaj7eizen ^CReizen zit er ^E7bij hem ^Amin van j^Congsaf ^Emaan F Fmaj7 En op die wijze ^CKwam ik hem to^Amevallig tegen |C Am G Ergens zowat halverwege het fe^Cit dat ik o^Fok wel eens w^Eat wou zi^Amen ^AmMaakte mij tot vri^Cend van ^FBen-^Gja-m^Amin ^AmMaakte mij tot vri^Cend van ^FBen-^Gja-mi^Cn

^CWij d^G7an maar na^Amar Katelijne-Wave^Gr ^D7Om tomaten ^E7te gaan pl^Amukken ^{G D7}Maar men moet zich ^E7daarbi^Amj bukken ^G En dat d^D7oet ons gewoonlijk^G7 pijn

^CDus halfweg tu^G7ssen G^Ament en Denderm^Gonde ^D7Bleven we g^E7ezellig ^Amhangen ^{G D7}Want we lieten o^E7ns daar va^Amngen ^G Aan de z^D7on in een liter w^G7ijn

^CToen zijn w^G7ij maar naar ^AmMechelen gere^Gden ^D7Om er zaken ^E7te begin^Amnen ^{G D7}Maar we mochten ^E7er niet b^Aminnen ^G Want men ke^D7nt ons daar nog van t^G7oen

^CDan maar we^G7er ter^Amug naar Knokke-Zo^Gete ^D7Om er van de zo^E7n te dro^Ammen ^{G D7}Maar ze hadden o^E7ns zien ko^Ammen ^G En men h^D7ad er geen hulp van^G7doen