Kinga Bán - Zeg me

Zeg me ^Dwat je v^A/C#oelt als je aan^G/B mij denkt ^D/AIn ged^Gachten^G6 bij me b^Asusent ^A Zie je me lac^Dhen? Z^A/C#ie je me hu^G/Bilen? ^D/AWie zie je ^Gvoor je als ^Em7 je aan me ^Asusdenkt^A?

^C# De t^F#susijd vlieg^F#t in dit l^Bmeven^A En ^Em7soms vraag ik me ^Asusaf ^A Of ik^C# all^F#suses heb^F# gege^Bmven ^A Wat^Em7 jij nodig had^{Asus A}

Was ik ^Dopen? ^A/C#Eerlij^G/Bk? ^D/AEen beetje lic^Ght voor de ^G6mensen om me heen^Asus? ^A En heb i^Dk naar jou gel^A/C#uisterd en vol^G/Bdoende tijd ge^D/Anomen? Voelde j^Gij je, met mij ^Em7samen, niet al^Asusleen?^A

^C# De t^F#susijd vlieg^F#t in dit l^Bmeven^A En ^Em7soms vraag ik me ^Asusaf ^A Of ik^C# all^F#suses heb^F# gege^Bmven ^A W^Em7at jij ^Asusnodig had^D

^BbHet leven leerde m^C/Eij: Je mag ge^Fsusven e^Fn ontvang^Bb/Den ^BbDus leef met hart en ^Gm7ziel ^EDan gaat de^Asus liefde niet voor^Abij

^C# De t^F#susijd vlieg^F#t in dit l^Bmeven^A Het g^Em7aat zo snel voorb^Asusij ^{A C#}Laat h^F#/A#et me w^Bmeten^A of ik^G2 alles heb ge^D/F#geven,^{G2 D/F#} of ik ^G2alles heb gege^D/F#ven ^Em7Wat j^Asusij nodig h^Dad