Kinderen Voor Kinderen - Mijlenver

^AMijlenver, ^A7lijkt hij ver^Dmdwenen, Misschien zie ik hem nooit ^Emeer

^AIk woon nu ^A7alleen met m’n ^Dmmoeder En die huilt nog keer op ^Ekeer ^BmDaarmee ^A#augheb ik het heel ^Bm7moeilijk ^E Maar dat ^Ahoud ik ^A7voor mezel^Df ^DmAnders gaan ze om me ^Alachen En dat ^Dmwil ik niet, want ik ^Eben al elf ^E(Ze is al elf)

^CHet is niet iets van verliefd^Gheid Maar toch ^Fhoud ik veel van ^Chem ^FHij hielp mij m’n weg te^G vinden in he^Ct leven Het is n^Ciet dat ik niet ve^Grder kan Als m’n ^Fvader hier niet i^Cs Maar soms ^Fwou ik dat hij terug ^Gwas voor heel ^Ceven

Mijlenv^Cer van m^Gij van^G7daan Mijlen^Amver uit mijn besta^Gan Mijlenv^Ger verder ^G7dan de ma^Can Mijlen ^Fverder ^Gweg gega^Can

Mijlenv^Cer van m^Gij van^G7daan Mijlen^Amver uit mijn besta^Gan Mijlenv^Ger verder ^G7dan de ma^Can Mijlen ^Fverder ^Gweg gega^Can

Als ^Gmensen uit elkaar gaan moet je ^Amstoer doen Niet l^G7aten merken dat het je wat d^Coet Die h^Dmardheid ken ik niet Ik ^Emheb verdriet om wat ik mis ^FIk voel daarbij eigenlijk best go^Ged ^G(Wie goed doet goed ontmoet) ^G(Wie goed doet goed ontmoet)

^CHet is niet dat hij ons haatt^Ge Maar het g^Fing gewoon niet m^Ceer ^FSinds een tijdje is m’n ^Gmoeder weer w^Cat vrolijker Af en to^Ce komt hij me hale^Gn, En dan h^Febben we het fijn^C Het is voo^Fr hem toch ook niet ^Gleuk alleen te^C zijn

Mijlenv^Cer van m^Gij van^G7daan Mijlen^Amver uit mijn besta^Gan Mijlenv^Ger verder ^G7dan de ma^Can Mijlen ^Fverder ^Gweg gega^Can

Mijlen^C#ver van m^G#ij vand^G#7aan Mijle^A#mnver uit mijn besta^G#an Mijlen^G#ver verder ^G#7dan de maa^C#n Mijlen^F# verder ^G#weg gegaa^C#n

Mijlen^C#ver van m^G#ij vand^G#7aan Mijle^A#mnver uit mijn besta^G#an Mijlen^G#ver verder ^G#7dan de maa^C#n Mijlen^F# verder ^G#weg gegaa^C#n