John De Bever - Jij krijgt die lach niet van mijn gezicht

Ik s^Amtaar wat naar mijn ^Dmglas en zo voor^Amkom ik Dat ik ^Dmeigenlijk het ^Eliefst naar achteren ^Amkijk Jij ^Dmzit daar aan die tafel met die ^Amjongen Ik kwam ^Ebinnen en zag het al ^Amgelijk Ja ik ^Amweet wel, je ^Dmprobeert mij nu te ^Amtergen Dit is ^Dmmijn kroeg, ik kom ^Ehier al jaren ^Amlang Met ^Dmmij wilde jij hier nooit naar ^Amtoe gaan Het doet ^Epijn maar ik hou me in ^Ambedwang

^AJij krijgt die ^Dlach niet van mijn gezicht, dat zal je wel w^Aillen Al ben ^Eik van de kaart, Jij bent m'n ^Atranen niet waard Jij krijgt die ^Dlacht niet van mijn gezicht, maar ik jank van ^Abinnen Soms wordt ^Eik gek van verdriet, maart de tranen die gun ik jou niet

Ja a^Amlles gaf ik ^Dmjou, zelf mijn ^Amgevoelens Die ik ^Dmeerder nimmer ^Edeelde met een ^Amvrouw De ^Dmwarmte die ik gaf en terug ^Amverwachte Gaf je een ^Eander en ik bleef in de ^Amkou Het ^Amliefst loop ik ^Dmweg maar ik heb mijn ^Amtrots nog En die ^Dmzet ik zelfs voor ^Ejou niet aan de ^Amkant Ik ^Dmvraag de barman nog eventjes wat te ^Amdrinken En ik ^Elag wat om de grappen van een ^Amklant

^AJij krijgt die ^Dlach niet van mijn gezicht, dat zal je wel w^Aillen Al ben ^Eik van de kaart, Jij bent m'n ^Atranen niet waard Jij krijgt die ^Dlacht niet van mijn gezicht, maar ik jank van ^Abinnen Soms wordt ^Eik gek van verdriet, maart de tranen die gun ik jou ^Amniet

Ja la la ^D#la ja la la ja la la ja la la ^A#la la la Ja la ^Fla la la la ja la ^A#la la la

^A#Jij krijgt die l^D#ach niet van mijn gezicht, dat zal je wel wil^A#len Al ben ^Fik van de kaart, Jij bent m'n^A# tranen niet waard Jij krijgt die ^D#lacht niet van mijn gezicht, maar ik jank van b^A#innen Soms wordt ^Fik gek van verdriet, maart de tranen die gun ik jou ^A#niet Soms wordt ^Fik gek van verdriet, maart de tranen die gun ik jou ^A#niet