Drs P - Griekse tango

Verleden ^Dmweek bezocht ik v^Aoor de eerste ^Dmmaal ^Amijn boven^Dmbuur Het had te ^Amaken met lekkage naar ik m^Dmeen of met de huur Er hing een l^Gmevensecht port^Aretje van een ^Dmcirkel aan de muur En hij o^Entpopte zich als vreemde en asce^Atische figuur. Die zich in ^Dmleven hield met ^Abrokjes en a^Dmugurken in het z^Duur. ‘Het schikt me s^Gmlecht, ik moet veel ^Cwerk verrichten’ sprak hij o^Fverstuur. ‘Ik heb ^Gmal jaren een obs^Aessie en die geeft me ru^Dmst nog duur, daar ik ^Gmverslaafd ben aa^An de cirkelkwadr^Dmatuur.’

Als men de ^Dmomtrek van een ^Acirkel, zo beg^Dmon hi^Aj zijn ver^Dmhaal Gaat delen ^Adoor de doorsnee, uiteraard^Dm is die twee keer de straal Dan komt er e^Gmen quotiënt, j^Aa mag ik even ^Dmstilte in de zaal Vaak zeg^Et men 22/7 maar dat is te globaa^Al In feite ^Dmis het 2πr ^Aen dat is la^Dmng niet zo banaa^Dl Het blijkt dat π^Gm irrationeel is en d^Caarbij transce^Fndentaal En een c^Gmomputer heeft he^At uitgerekend, is dat ni^Dmet geniaal Tot in d^Gme weet ik veel h^Aoeveelste decima^Dmal

Ja deze ^Dmpi, dat ^Dstaat te lezen in de enc^Gmyclopedie, is eeuwen^Coud en weteschappelijk ^Fen grieks en vol magie. Als ik zo ^Apieker over pi spreekt u ^Dmwellicht van een manie Maar zij^En wij allen niet neuro-, fana-, ^Aroman- of mystici Een ander he^Dmeft een kolibrie^A, een relikw^Dmie of een fobie ^D Maar ik ^Gmverdiep me onophoude^Clijk en zonder compr^Fomis In dit u^Gmnieke en verheve^An wonder der pla^Dmnimetrie Ik zoek ^Gmhet antwoord op ^Ahet grote raadse^Dml π

Na deze woo^Dmrden onderbrak ^Ahij spastisch ^Dmhijge^And zijn ge^Dmpraat En er versc^Aheen een onrustbarend kleur^Dmenspel op zijn gelaat Dus ik begon ^Gmal rond te kij^Aken naar een z^Dmuurstofapparaat Maar hij^E bedaarde en hervatte zijn verha^Andeling kordaat Er is een an^Dmdere formule die^A is ook niet^Dm van de straat ^D De opper^Gmvlakte van een cirke^Cl is immers πr kwadr^Faat En om de^Gm waarde van die ^Aπ nu eens te zie^Dmn in vol ornaat Dat is w^Gmat mij als ideaa^Al voor ogen staa^Dmt

Aldus weet ^Dmik 3, 14^A159^Dm265 ^{A Dm} Etcetera, e^Atcetera, ja het heeft heel ^Dmwat om het lijf Zodat ik elke^Gm morgen na het^A opstaan event^Dmjes verstijf Bij de g^Eedachte aan de eindeloosheid van^A dit tijdverdrijf Waarna ik mi^Dmj toch altijd we^Aer verman en^Dm in m'n ogen wri^Djf Ik grijp^Gm de rekenlineaal, ma^Car ook wel eens de r^Fekenschijf Ik zet m^Gme neer en calcul^Aeer en schrijf e^Dmn calculeer en schrijf En ik za^Gml blijven zoeken^A tot ik er in bl^Dmijf