Bart Peeters - Van voor af aan

^Em Ik heb de leegte van een ^Cemmer ^Em Jij hebt de drijfkracht van een z^Cee ^{C/B D/F#} Dus als ze ons iets willen f^Emlikken ^Am Brengen ze b^Gest versterking m^Dee

^Em Ik ben wispelturig als een tr^Ceinstation ^Em Jij bent standvastig als een b^Cerg^{C/B D/F#} Dus als ze ons iets willen f^Emlikken ^Am Is dat au f^Gond niet eens zo e^Drg

Want ik w^Geet dat wij^D ons erdoor^Am slaan ^C Dat we z^Gij aan z^Dij blijven st^Amaan ^C Tot alle st^Gormen zijn verstomd ^D En er een n^Amieuwe lente komt ^C En al^Gles weer beg^Dint van voor af a^Aman ^C

^Em Ik heb de spankracht van een nami^Cddagsoap ^Em Maar jij die van een ^Cwieler^C/Bkampioen ^D/F# Dus als ze ons iets willen f^Emlikken ^Am Kunnen ze b^Gest hun best wat do^Den

^Em Maar soms ben jij zo zacht als b^Coter ^Em En ik ben van staal en i^Cjs ^{C/B D/F#} Wie er ons dan een hak wil z^Emetten ^Am Raakt soms een b^Geetje van de wi^Djs

Want ik w^Geet dat wij^D ons erdoor^Am slaan ^C Dat we z^Gij aan z^Dij blijven st^Amaan ^C Tot alle p^Giraten van de z^Dee Verzuipe^Amn in hun diarree ^C En al^Gles weer beg^Dint van voor af a^Aman ^C En al^Gles weer beg^Dint van voor af a^Aman ^C En al^Gles weer beg^Dint van voor af a^Aman ^C