Ann Christy - Dag vreemde man

^CmJe boek, je krant, je sigaret ^GJe warme sloffen naast ons bed^Cm En je pleziertjes eens per week^Ab De ^Gpijn wanneer je me ^Cmontweek Je scherpe ^Gwoorden aan't ontbijt^Eb De voorgewen^Gde vriendelijkheid^Cm Waarmee je afscheid van me neemt^Eb Het ^Gis me allemaal zo vre^Cmemd

^GDag vreemde ^Fmman ^Bb Man van mijn dromen^Cm Jij,^{Ab Fm} vreemde man^G Je komt ^Cmen gaat Dag vreem^Fmde man^Bb De ^Fmtijd z^Ebal komen^{Bb Ab} Dan zeg ik st^Fmop ^G Het is te ^Cmlaat

^CmJe bent sarcastisch niet attent^{Eb G} Een haast onmogelijk^Cme vent Ik ^Dbben je vrouw niet^Cm meer alleen^Bb Je hebt^G er andere om je hee^Cmn Je bent gevier^Ebd en populair Je gaat op reis en liefst ^Gheel ver ^CmEn wanneer kom je nog eens thuis^{A Ab}Je wordt een ^Gvreemde in ons huis ^Cm

Dag vreemde ^Fmman ^{Ab Bb} Man van mijn dromen^Ab Jij vreemde man^G Je komt en ^Cmgaat ^{G Cm}Dag vreemde^Fm man ^{Cm Bb} De tijd zal komen ^Ab Dan zeg ik ^Bbstop^{Fm G} Het is te ^Cmlaat ^{Ab Db}

Dag vreemde ^Gbmman ^B Man van mijn leven ^A Ach^Eb, ^Gbm wie ben jij^Ab Waar ga je heen ^Dbm Dag vreemde ^Gbmman ^BNiet^Es is geblev^Aen Voor jou voor ^Ebmij ^Ab Jij blijft al^Dbmleen ^{Gbm Dbm} Waar ben ^Gje ^Enou Ik ^Ghou van ^Fmjou ^{Db Ab}