Miel Cools - Het jongetje van zeven

Ach, ^Gwas ik nog maar ^Deven dat ^Emjongetje van ^Czeven, dat ^Gjongetje op dat ^Cfeestje op die ^Gstoel. ^D Het ^Gjongetje van ^Dzeven, waar ^Emis dat toch ge^Cbleven, het zong zijn ^Gliedjes ^B7met zoveel ge^Emvoel. ^G7 'k Zou ^Cheel wat willen ^B7geven om nog ^Eméén keer in mijn ^Cleven, weer dat ^Gjongetje te ^Dzijn, daar op die [Interlude] stoel.

Het kon geen ^Gkermis zijn of feest in de fa^Dmilie, bij oma ^EmTrees of nonkel Jan of tante ^CTilly of het klein so^Gpraantje moest eens ^Dop de stoel gaan ^Emstaan. Die stoel, dat ^Dm7was mijn ^G7Scala van Mi^Claan.

'k Zong met mijn ^B7ogen dicht, ik zong uit volle ^Emborst. Ik zong voor ^Cvrijheid, voor vaderland en ^Gvorst, over het ^B7kind dat doodging in zijn vaders ^Emarmen En tante ^A7Tilly zei dan elke keer: "Och^Darme".

Zelfs nonkel ^G7Jan kreeg ook een stofje in zijn ^Cogen, d'anderen ^A7stonden al hun tranen af te ^D7drogen. Ik zing nog ^Galtijd over ^G/F#oorlog, over ^Dadd2vrede, ... ^EEen grijs oud ^Amjongetje, ^Am/Gwat is dat lang ge^Dleden

Ach, ^Gwas ik nog maar ^Deven dat ^Emjongetje van ^Czeven, die ^Gjongen op dat ^Cfeestje op die ^Gstoel. ^D Het ^Gjongetje van ^Dzeven, waar ^Emis dat toch ge^Cbleven, het zong zijn ^Gliedjes ^B7met zoveel ge^Emvoel. ^G7 'k Zou ^Cheel wat willen ^B7geven om nog ^Eméén keer in mijn ^Cleven, weer dat ^Gjongetje te ^Dzijn, daar op die [Interlude] stoel.

Wanneer ik ^Gzong dan werd het stil tot in de ^Dkeuken, ik zong het ^Emliedje: 'Mijn hoed die heeft vier ^Cdeuken'. En nonkel ^GJan zei: "Dat ^Djong is geen ^Emtien, daar hebben ^Dm7wij het laatste ^G7nog niet van ge^Czien".

En ik maar ^B7zingen van de 'Brief van de Sol^Emdaat' die naar zijn ^Clief schreef; een meisje uit zijn ^Gstraat. Piet schreef heel ^B7trots over zijn eerste krijgsex^Emploten, maar eer de ^A7brief vertrok was Piet al doodge^Dschoten.

Ik zong van ^G7omalief en 'tuurlijk ook van ^Copa; dat was, wat ^A7dacht je, ruim de beste van Eur^D7opa. Als ik nu ^Gzing zie ik die ^G/F#stoel en het is weer ^Dadd2feest ... ^EHet is pre^Amcies of het ^Am/Gventje is nooit ^Dweggeweest.

Ach, ^Gwas ik nog maar ^Deven dat ^Emjongetje van ^Czeven, die ^Gjongen op dat ^Cfeestje op die ^Gstoel. ^D Het ^Gjongetje van ^Dzeven, waar ^Emis dat toch ge^Cbleven, het zong zijn ^Gliedjes ^B7met zoveel ge^Emvoel. ^G7 'k Zou ^Cheel wat willen ^B7geven om nog ^Eméén keer in mijn ^Cleven, weer dat ^Gjongetje te ^Dzijn, daar op die ^Emstoel. ^Em/D 'k Zou ^Cheel wat willen ^B7geven om nog ^Eméén keer in mijn ^Cleven, weer dat ^Gjongetje te ^Dzijn, daar op die [Outro] stoel.

^GLalalaa^Am7la .... ^{G7 C G}lalala,^Am7 op die ^Gstoel.