Miel Cools - Apocalyps

Laat ons ^Gliefste, nog heel ^Aeven, nog heel ^Ceven^D, bij el^Gkander, bij el^Emkander, zonder ^Awoorden, bij el^Ckaar gelukkig ^Dzijn. Zwijg maar, ^Gliefste, nee, niet ^Apraten, nu niet ^Cprate^Dn maar heel ^Geven bij el^Emkander, zonder ^Awoorden, bij el^Ckaa^Dr gelukkig ^Gzijn.

Morgen ^Emzullen sterren ^Avallen, uit de ^Chemel ^Dsterren ^Gvallen, en het ^Emgras zal morgen ^Aschroeien: de ^Chele ^Amwereld staat in ^Dvuur. Niemand ^Emkan het nog ver^Ahind'ren dat alle ^Cmoeders, ^Dalle ^Gkind'ren, alle ^Emplanten, alle ^Bmdieren, tot ^Cstof en ^Amas zullen ver^Dgaan.

Laat ons ^Gliefste, nog heel ^Aeven, nog heel ^Ceven^D, bij el^Gkander, bij el^Emkander, zonder ^Awoorden, bij el^Ckaar gelukkig ^Dzijn. Zwijg maar, ^Gliefste, nee, niet ^Apraten, nu niet ^Cprate^Dn maar heel ^Geven bij el^Emkander, zonder ^Awoorden, bij el^Ckaa^Dr gelukkig ^Gzijn.

Morgen ^Emzal het doodstil ^Aworden, de grote ^Cstilte ^Dna de ^Gstormen, wegge^Emvaagd zijn alle ^Avormen: geen ^Cbloem, geen blad dat ^Amnog be^Dweegt. Na het ^Emsplijten van a^Atomen: niet meer ^Cvragen, ^Dniet meer ^Gdromen, wat er ^Emmorgen nog kan ^Bmkomen, want ^Cmorgen, ^Amlief, is al voor^Dbij.

Laat ons ^Gliefste, nog heel ^Aeven, nog heel ^Ceven^D, bij el^Gkander, bij el^Emkander, zonder ^Awoorden, bij el^Ckaar gelukkig ^Dzijn. Zwijg maar, ^Gliefste, nee, niet ^Apraten, nu niet ^Cprate^Dn maar heel ^Geven bij el^Emkander, zonder ^Awoorden, bij el^Ckaa^Dr gelukkig ^Gzijn.